Beleidsdoel D: Het garanderen van een bestaansminimum voor inwoners die dit tijdelijk niet zelfstandig kunnen.
Wat hebben we bereikt en wat hebben we daarvoor gedaan?
Inwoners hebben recht op een bestaansminimum. Het is aan de overheid om daarin te voorzien als inwoners hier (tijdelijk) niet zelf toe in staat zijn. Dit is vastgelegd in de Participatiewet. Deze wet wordt in medebewind door de gemeente uitgevoerd, waarbij de door het Rijk beschikbaar gestelde middelen worden aangevuld door de gemeente als de werkelijke vraag de verwachting overstijgt (zogenaamde openeinderegeling). Een uitkering wordt verstrekt indien de inwoner niet beschikt over (voldoende) financiële middelen om in de noodzakelijke kosten van het bestaan te kunnen voorzien. De Participatiewet is het vangnet binnen de sociale zekerheid. Tegenover deze rechten staan ook plichten. Wij handhaven die plichten, in nauwe samenhang met de mogelijkheden van inwoners om aan het werk te gaan (beleidsdoel C). Het minimabeleid is er voor inwoners die van een laag inkomen of van een uitkering moeten rondkomen. Hiermee zorgen we ervoor dat inwoners met weinig financiële middelen in hun primaire levensbehoeften kunnen voorzien en kunnen deelnemen aan de samenleving, door bijvoorbeeld mee te doen aan sport- of muziekactiviteiten.
Activiteiten
01. Garanderen van bestaanszekerheid door het rechtmatig en tijdig verstrekken van uitkeringen |
02. Fraudebestrijding en het nemen van maatregelen bij het niet nakomen van afspraken en de inlichtingenplicht |
03. Uitvoeren van het minimabeleid |
04. Bieden van schuldhulpverlening |
Toelichting
01. Garanderen van bestaanszekerheid door het rechtmatig en tijdig verstrekken van uitkeringen
‘Aan de poort’ heeft intensieve controle plaatsgevonden op rechtmatigheid en is er steekproefsgewijs gecontroleerd indien de situatie daartoe aanleiding gaf. Bij de aanvraag is oog en aandacht voor de financiële omstandigheden van onze inwoners. Indien noodzakelijk hebben wij voorschotten verstrekt om te voorkomen dat er bijvoorbeeld schulden ontstonden. Inwoners hebben wij gewezen op de mogelijkheid van het aanvragen van bijzondere bijstand of over andere mogelijkheden van (landelijke) financiële ondersteuning. Hierbij werken we nauw samen met Meerwaarde, de Voedselbank Haarlemmermeer en de Stichting Leergeld.
In 2021 zien we een afname van het aantal toekenningen van uitkeringen voor levensonderhoud. In december 2021 ontvingen 1.937 gezinnen een uitkering voor levensonderhoud. In december 2020 was dit aantal 1.998.
Op 17 maart 2020 heeft het kabinet het noodpakket banen en economie aangekondigd. Het noodpakket bestaat uit diverse maatregelen, waaronder de Tozo. Deze regeling voorzag zelfstandige ondernemers vanaf 1 maart 2020 in een aanvullende uitkering voor levensonderhoud wanneer het inkomen als gevolg van de coronacrisis tot onder het sociaal minimum daalt en een lening voor bedrijfskapitaal om liquiditeitsproblemen als gevolg van de coronacrisis op te vangen. Inmiddels is de Tozo vier keer verlengd en gestopt per 1 oktober 2021. In totaal zijn er 8.148 aanvragen ingediend voor levensonderhoud en 617 voor een bedrijfskrediet.
02. Fraudebestrijding en het nemen van maatregelen bij het niet nakomen van afspraken en de inlichtingenplicht
Wij hebben ingezet op de bestrijding van oneigenlijk gebruik van uitkeringen. Dit doen we door inzet van handhavingsmedewerkers, het opleiden van medewerkers in fraudealertheid, het verbeteren van de informatievoorziening, themacontroles, vroegtijdige opsporing van fraude en controle van uitkeringssituaties.
In het kader van de pilot 'intensivering handhaving Wmo en Jeugdwet' hebben we in 2021 ingezet op het opdoen van ervaring en kennis met het toezicht op rechtmatigheid op de Wmo en Jeugdwet. In het kader van de pilot is de fraudealertheid versterkt, hebben we meer signalen ontvangen en rechtmatigheidsonderzoeken gestart. Daarnaast zijn de risico's op onrechtmatigheden in kaart gebracht evenals de mogelijkheden om deze te voorkomen. Aan de hand van de evaluatie van de pilot is besloten structureel toezicht op de rechtmatigheid voor de Wmo en Jeugdwet uit te werken om kwetsbare inwoners te beschermen, bewust omgaan met de beschikbare middelen in het sociaal domein en misbruik van regels en wetten te voorkomen.
03. Uitvoeren van het minimabeleid
Om de toegang tot de minimaregelingen en bijzondere bijstand zo eenvoudig mogelijk te maken, gebruiken wij vanaf 1 januari 2019 het programma Bereken uw recht (BUR). Via deze online tool kunnen inwoners in een paar minuten zien of zij in aanmerking komen voor ondersteuning van de gemeente. Als dat het geval is, kunnen zij direct een aanvraag indienen. Door de toegang laagdrempelig te houden, willen wij meer inwoners bereiken om zo grotere (financiële) problemen te voorkomen. In 2021 is de BUR voor een tweede keer geëvalueerd. De uitkomsten van deze evaluatie laten zien dat BUR als digitaal loket voor minimaregelingen een waardevol instrument is dat in een behoefte voorziet. In de periode 1 maart 2020 tot 1 maart 2021 hebben 8.157 gebruikers BUR volledig ingevuld.
Voor inwoners met veel medische kosten hebben we de collectieve aanvullende zorgverzekering (gemeentepolis). Vanaf 1 januari 2019 zijn twee zorgaanbieders gecontracteerd, Zorg en Zekerheid en Univé. In 2021 hebben in totaal 3.495 inwoners van 18 jaar en ouder gebruik gemaakt van de gemeentepolis.
De rijksregeling tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten (TONK) is bedoeld voor huishoudens die door een inkomensterugval van minimaal 25% vanwege de coronacrisis de noodzakelijke (woon)kosten niet meer kunnen betalen. Als gemeente hebben we deze regeling uitgevoerd. De TONK betreft bijzondere bijstand en is een inkomensondersteunende regeling die gebaseerd is op de Participatiewet. De TONK is in eerste instantie vastgesteld voor de periode 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021. Het kabinet heeft echter besloten om de regeling te verlengen tot en met het derde kwartaal van 2021, omdat het aantal aanvragen achterbleef bij de verwachtingen. Tot 1 november 2021 zijn er 184 aanvragen ingediend om in aanmerking te komen voor de TONK. Hiervan zijn er 143 toegekend.
04. Bieden van schuldhulpverlening
In het beleidsplan Wet gemeentelijke schuldhulpverlening Haarlemmermeer 2017-2021 (2017.002552) zijn maatregelen opgenomen om te voorkomen dat inwoners in een problematische schuldenpositie raken. De uitvoering is gemandateerd aan Plangroep, een externe schuldhulpverleningsorganisatie. Per 1 januari 2021 is de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening gewijzigd. In deze gewijzigde wet is vroegsignalering als wettelijke taak vastgelegd en is een aantal vaste lasten partners zoals woningcorporaties, nutsbedrijven en zorgverzekeraars verplicht om signalen aan de gemeente af te geven als er sprake is van een betalingsachterstand. Gemiddeld worden er 375 signalen op maandbasis ontvangen. De gemeente is verplicht om deze inwoners te benaderen en hulp aan te bieden. Het gaat dan veelal om enkelvoudige signalen. Indien er twee of meer signalen van betalingsachterstanden worden ontvangen wordt er telefonisch contact opgenomen met de inwoner. In een aantal gevallen wordt er een huisbezoek afgelegd (Vroeg eropaf). Meestal gaat het dan om betalingsachterstanden van de huur.
In 2021 is Eropaf gestart. Dit traject wordt ingezet indien er een aanzegging tot woning ontruiming is gedaan. Met Eropaf willen we voorkomen dat inwoners uit hun woning gezet worden. Van 24 aangekondigde huisuitzettingen konden er 23 worden voorkomen.
De VNG en het Rijk zijn overeengekomen dat de gemeenten getroffen ouders van de kinderopvangtoeslagaffaire maatwerk bieden op basis van hun hulpvraag. Er wordt eenmalig een specifieke uitkering verstrekt aan gemeenten met het oog op ondersteuning van gedupeerden in hulpvragen op de vijf primaire leefgebieden: financiën, wonen, zorg, gezin en werk. Er is vanaf begin 2021 hard gewerkt om de gedupeerde ouders binnen onze gemeente nadere ondersteuning te bieden. In 2021 hebben wij 416 meldingen ontvangen van de Belastingdienst van inwoners die zich bij de Belastingdienst hebben gemeld als gedupeerden. Al deze inwoners hebben een brief ontvangen waarin zij worden gevraagd om contact op te nemen met de gemeente indien zij behoefte hebben aan hulp en ondersteuning van de gemeente op alle leefgebieden. 165 inwoners hebben gereageerd op de brief van de gemeente. Met 158 inwoners heeft inmiddels een intakegesprek plaatsgevonden en de hulpvragen zijn in behandeling genomen. Voor 96 gedupeerden is een uitgebreid plan van aanpak opgesteld.