Beleidsdoel A: Inwoners ontvangen zorg en ondersteuning thuis.

Wat hebben we bereikt en wat hebben we daarvoor gedaan?

Inwoners die er met hulp van het eigen netwerk niet (meer) in slagen zelfstandig thuis te wonen, zowel jeugdigen als volwassenen, kunnen een beroep doen op ondersteuning thuis. De ondersteuning thuis is gericht op volwassenen, gezinnen met kinderen en jeugdigen die problemen hebben van specifieke medische, gedragswetenschappelijke, psychiatrische, psychosociale of paramedische aard. De ondersteuning bieden wij zoveel mogelijk thuis of in de buurt aan. Doel is dat inwoners, ondanks eventuele problemen of beperkingen, zo lang mogelijk zelfstandig deelnemen aan de samenleving en de regie over hun eigen leven kunnen behouden.

Als gemeente zijn we ook verantwoordelijk voor jeugdhulp, inclusief gedwongen jeugdhulp, zoals jeugdbescherming (JB) en jeugdreclassering (JR). Onze taak daarbij is kinderen, zowel fysiek als geestelijk, veiligheid te bieden wanneer ouders dat niet (voldoende) doen. Dit gebeurt binnen verschillende schakels in de keten, te beginnen bij preventie. Gedwongen jeugdhulp mag alleen ingezet worden na een besluit van de kinderrechter en wordt alleen uitgevoerd door instellingen die daartoe gecertificeerd zijn.

Activiteiten

01. Bieden van ondersteuning thuis.

02. Bieden van groepsondersteuning en vervoer.

03. Laten uitvoeren van jeugdbescherming en jeugdreclassering.

04. Veilig Thuis.

05. De Meer-teams: partner voor professionals.

Toelichting

01. Bieden van ondersteuning thuis

Ondersteuning thuis betreft hulp en ondersteuning bij het dagelijks leven, met als doel iemand zo lang mogelijk zelfstandig, dan wel bij ouder(s)/gezin, thuis kan blijven wonen en zo lang mogelijk mee kan blijven doen aan de samenleving. Als gemeente zorgen we voor een kwalitatief en dekkend hulpaanbod. In 2019 hebben we gestuurd op het realiseren van contractafspraken met aanbieders en ketenpartners over de kwaliteit, onderlinge samenwerking en toegankelijkheid van zorg. Een ontwikkeling die we breder in de markt zien is dat het voor onze aanbieders moeilijk is om aan goed gekwalificeerd personeel te komen en dat er sprake is van wachtlijsten.

In 2019 zijn contracten met drie aanbieders gesloten voor het leveren en onderhouden van Wmo hulpmiddelen. In 2019 is daarnaast het aantal aanbieders dat hulp bij het huishouden biedt uitgebreid. Voor Jeugd ggz en dyslexiezorg gelden vanaf 2019 nieuwe afspraken met aanbieders.

De pilot met praktijkondersteuners (POH’ers) in samenwerking met de zorgverzekeraar Zorg & Zekerheid en huisartsen is in 2018 gestart. We beogen hiermee een substantiële reductie in het aantal jongeren dat (onnodig) in de zwaardere (ggz) zorg belandt. Uit de resultaten tot nu toe blijkt dat van alle jeugdigen die zijn gezien door een praktijkondersteuner ruim de helft niet is doorverwezen naar de jggz. Dat is positief. Echter, door wachtlijstproblematiek bij aanbieders van jggz bieden praktijkondersteuners zelf overbruggingszorg. Met betrokkenen zijn we in gesprek gegaan om dit zoveel mogelijk te voorkomen.

Het project ‘Hestia’ heeft als doel om, met gerichte aandacht van gemeente en professionals, kwetsbare gezinnen integraal te ondersteunen. In de meest urgente gevallen gaat het om een relatief klein aantal gezinnen, met een hoog zorggebruik (en hoge zorgkosten), die vaak al bekend zijn bij één of meer hulpverleners. In 2019 zijn de benodigde randvoorwaarden voor de aanpak op orde gemaakt en in 2020 wordt daadwerkelijk gestart met een aantal gezinnen.

02. Bieden van groepsondersteuning en vervoer

Onder groepsondersteuning valt zowel dagbesteding als dagbehandeling (alleen voor jeugd). Wanneer jeugdigen of volwassenen niet zelfstandig kunnen reizen naar de dagbesteding of dagbehandeling, of waarvan ouders of het netwerk, dit ook niet kunnen, kan vervoer worden ingezet.

Er is in 2019 blijvend ingezet op de beweging van dagbesteding naar ontmoeting of de overgang van arbeidsmatige dagbesteding naar werk. Het inzetten van ontmoeting is meegenomen bij de inkoop van dagbesteding. Hiermee stimuleren wij aanbieders om naast geïndiceerde vormen van dagbesteding ook lichtere vormen van ontmoeting in te zetten. Daarnaast is in 2019 gestuurd op het vervoer van en naar dagbesteding door de aanbieder van de dagbesteding zelf uit te laten voeren.

RegioRijder voerde naast het Wmo-vervoer voor acht gemeenten ook het leerlingenvervoer uit voor vier gemeenten. Per ingang van het schooljaar 2019-2020 zijn de overige vier gemeenten uit het convenant ook deel gaan nemen. Het Regionaal Contract Managementteam (RCT) dat stuurt op de uitvoering van de regiecentrale en de vervoerders namens de acht gemeenten is volledig operationeel.

03. Laten uitvoeren van jeugdbescherming en jeugdreclassering

De vier Gecertificeerde Instellingen (GI's) die voor ons jeugdbescherming en jeugdreclassering bieden hadden in 2019 forse wachtlijsten. In eerste instantie lukte het hen om onderling wachtlijsten voor elkaar op te vangen. In het laatste kwartaal van 2019 bleek dit een steeds groter probleem, omdat niet alleen de GI's maar ook andere aanbieders, Veilig Thuis en landelijke partners zoals de Raad voor de Kinderbescherming met wachtlijsten kampen. We monitoren de wachtlijsten continue. In 2019 is bij een specifieke GI onderzoek gedaan naar de kwaliteit van de zorg voor jongeren uit Haarlemmermeer naar aanleiding van een signaal van de inspectie.

Eind 2019 is naar aanleiding van de kamerbrief ‘Naar een betere organisatie van jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering’ een onderzoek gestart naar de wijze waarop het stelsel van jeugdhulp functioneert.

04. Veilig Thuis

Sinds 2015 wordt het meldpunt voor huiselijk geweld en kindermishandeling (Veilig Thuis) gezamenlijk met gemeenten uit de regio Kennemerland en IJmond georganiseerd. In 2018 is besloten om Veilig Thuis niet langer onder te brengen in een stichting maar onder te brengen bij de Veiligheidsregio Kennemerland. Het eerste deel van deze overgang is in 2019 afgerond.

Veilig Thuis heeft in 2019 te maken gekregen met forse wachtlijsten waarna (in nauwe samenwerking met gemeenten) een verbeterplan is ingezet onder toeziend oog van de inspectie. Eind 2019 heeft de inspectie aangegeven vertrouwen te hebben in de aanpak en het intensieve toezicht beëindigd.

Om de ketensamenwerking te verbeteren zijn afspraken gemaakt over het afschalen van casussen van Veilig Thuis naar het lokale veld. Om het lokale veld beter toe te rusten op de ingewikkelde casuïstiek die afgeschaald wordt, is gestart met het trainen van medewerkers van het Meer-team en het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG).

De extra taken van Veilig Thuis zijn aangescherpt. In het kader van het programma 'Geweld hoort nergens thuis: Aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling' is tot slot een regionaal projectleider aangesteld en is een meldcodetour georganiseerd voor alle aandachtfunctionarissen in Haarlemmermeer en de regio.

05. De Meer-teams: partner voor professionals

De drie Meer-teams zijn in 2019 samengegaan en werken nu als één Meer-team. Dit voor het vergroten van de kwaliteit en uniformiteit. Professionals in het sociaal domein kunnen het Meer-team inschakelen als er in een huishouden problemen op meerdere gebieden spelen en de aard hiervan complex is. Professionals worden geholpen en waar nodig maakt het Meer-team samen met de professional(s) en de inwoner een integraal plan van aanpak. De aanpak van het Meer-team is gericht op inzetten van de juiste hulp met duurzame stabiliteit in het huishouden. Regie kan na inzet van het Meer-team in het informele of formele netwerk geborgd worden. Het Meer-team maakt zo goed mogelijk gebruik van wat de sociale basis te bieden heeft. Wanneer dit niet voldoende is, wordt zorg geïndiceerd. Het Meer-team heeft het mandaat voor Jeugdhulp, Wmo en de Participatiewet.

Het Meer-team heeft in 2019 geïnvesteerd om bredere inzetbaarheid te creëren op het gebied van werken met jeugd en anticiperen op (kind)onveiligheid. De zogeheten veiligheidspool is derhalve opgeheven. Het risico om nieuwe zaken niet op te kunnen pakken is hiermee verkleind. Verder is geïnvesteerd in ketensamenwerking om een beter sluitende keten van zorg en ondersteuning te krijgen.