Kengetallen schuldpositie

In de notitie meerjarig financieel inzicht voor de raad van de commissie BBV is aangegeven dat de belangrijkste indicatoren en kengetallen van de balans en van de baten en lasten in samenhang dienen te worden gepresenteerd en toegelicht. De ontwikkeling van deze samenhang in de loop van de tijd wordt hierin verwerkt en de trends worden geduid. In de notitie Schuldpositie 2023 heeft de raad besloten drie kernindicatoren schuldpositie aan te wijzen. In de programmabegroting en jaarstukken worden deze aangevuld met een aantal ondersteunende indicatoren, welke de kernindicatoren nuanceren, of in breder perspectief plaatsen. De toelichtingen op de manier hoe de indicatoren dienen te worden berekend staan in de notitie Schuldpositie 2023.

De indicatoren geven in één oogopslag een beeld van de financiële gezondheid van onze gemeente. Opvallend is dat in 2024 de meeste indicatoren zich versterken in het groen of meer naar het groen bewegen. De robuuste financiële positie van Haarlemmermeer is daarmee verder versterkt. Dit geeft ons een goede uitgangspositie bij de maatregelen om tot een sluitende begroting vanaf 2026 te komen.

Bij de kernindicatoren valt op dat twee van de drie kernindicatoren eind 2024 op groen staan. De netto schuldquote is op basis van de werkelijkheid eind 2024 hoger dan gemiddeld, maar bevindt zich in de categorie minst risicovol. Deze is zo'n 15% hoger dan bij de gemiddelde gemeente van vergelijkbare omvang. Echter zijn de verschillen binnen de vergelijkingsgroep groot. Gezien de groei van de gemeente heeft Haarlemmermeer in het verleden meer geïnvesteerd. Ook blijven investeringen in onze gemeente noodzakelijk in het kader van de schaalsprong wonen. De nettoschuldquote heeft op dit moment wel de laagste omvang van de afgelopen 15 jaar. Een dalende nettoschuldquote geeft in de de toekomst meer tijd en ruimte totdat de signaalwaarde wordt bereikt. De grondexploitatiequote was in de afgelopen jaren hoger dan bij gemeenten van vergelijkbare omvang. Sinds de overdracht van de gronden aan GEM A4 zone west is dit kengetal verder gedaald tot nabij het gemiddelde. De solvabiliteit bevind zich in oranje (neutraal). Opvallend is hier dat ook de hele vergelijkingsgroep zich in de categorie oranje (neutraal) bevind. Deze solvabiliteit is dus passend bij gemeenten van deze omvang. De indicator lasten schuldpositie bevind zich eind 2024, net als de afgelopen jaren, stabiel in de categorie minst risicovol. Al met al geeft de versterking van de kerindicatoren in 2024 Haarlemmermeer een sterkere positie in tijden van financiële tegenspoed.

Bij de ondersteunende indicatoren is een beperkte stijging van de indicator belastingcapaciteit te zien. Dit wordt veroorzaakt door de stijging van onroerendezaakbelasting, riool- en afvalstoffenheffing in 2024. In de berekening van deze indicator wordt in de noemer gebruik gemaakt van de gemiddelde woonlasten van een gemiddeld gezin in voorgaand jaar. Landelijke trends worden pas een jaar later zichtbaar bij deze indicator. Ook werd de stijging van de onroerendezaakbelasting van 13,7% in 2024 voor de inflatiecorrectie opgevolgd door een beperkte stijging van 0,1% in 2025, waardoor dit kengetal aankomend jaar beter in perspectief te plaatsen is. De lage gemiddelde rente op de bestaande leningenportefeuille (1,51%, in 2023: 1,45%) en het weerstandsvermogen van de gemeente maken dat de last van de schuld op de langere termijn houdbaar is en blijft. Ondanks dat de gemiddelde rente op de leningenportefeuille licht is gestegen, blijft de gemiddelde rente historisch laag. De spreiding binnen de leningenportefeuille voorkomt dat de gemeente kwetsbaar is voor een plotselinge renteschok. Dit blijkt ook uit de onderschrijding van de renterisiconorm. De exploitatie was de afgelopen jaren meer dan sluitend zoals blijkt uit de indicator structurele exploitatieruimte. De daling van de inkomsten vanuit het gemeentefonds vanaf 2026 maakt dat hierbij waakzaamheid in de toekomst wel een vereiste is. De daling van de inkomsten zal ook doorwerken in de netto schuldquote, lasten schuldpositie en grondexploitaitiequote aangezien zij berekend worden op basis van de totale baten.