Voorzieningen
Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico’s
Tabel 181
(bedragen × € 1.000) | Stand per 31-12-2021 | Vermeer-deringen | Vermin-deringen | Vrijval | Stand per 31-12-2022 |
---|---|---|---|---|---|
Wachtgeldverplichting voormalig personeel | 1.019 | 805 | 749 | 0 | 1.075 |
Wachtgeldverplichting wethouders | 106 | 352 | 134 | 0 | 323 |
Pensioenverplichting wethouders | 9.065 | 687 | 2.005 | 1.134 | 6.613 |
Achterstallig onderhoud verhardingen | 3.291 | 0 | 2.888 | 0 | 403 |
Bovenwettelijk verlof | 0 | 410 | 0 | 0 | 410 |
Verlofsparen | 0 | 150 | 0 | 0 | 150 |
Totaal voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico’s | 13.481 | 2.403 | 5.776 | 1.134 | 8.975 |
Voorziening wachtgeldverplichting voormalig personeel
Naast de wachtgelden is de gemeente eigenrisicodrager voor de WW-lasten. De verplichtingen die hieruit volgen zijn opgenomen in deze voorziening. Het bedrag dat gestort is in deze voorziening bedraagt € 0,805 miljoen. In totaal is € 0,749 miljoen uitgekeerd aan wachtgeld en WW-gelden.
Voorziening wachtgeldverplichting wethouders
Er is één voormalig wethouder met recht op wachtgeld tot 15 juni 2024 en één voormalig wethouder met recht op wachtgeld tot 25-09-2024. De onttrekking aan de voorziening bedraagt € 0,134 miljoen. Doordat deze wachtgeldregelingen in 2022 zijn ingegaan is er een bedrag van € 0,352 miljoen in de voorziening gestort.
Voorziening pensioenverplichting wethouders
Er is één wethouder die zijn eerder opgebouwde pensioen heeft overgedragen aan de gemeente Haarlemmermeer. Dit zorgt voor een vermeerdering van € 0,687 miljoen. De vermindering van € 2,005 miljoen bestaat voor € 0,222 miljoen uit de uitbetaalde pensioenverplichting en voor € 1,783 miljoen uit de waardeoverdracht aan ABP van twee voormalig wethouders. Door het saldo van de waardeoverdrachten is er sprake van een vrijval van € 1,134 miljoen.
Voorziening achterstallig onderhoud verhardingen
De onttrekking van € 2,888 miljoen was voor het onderhoud aan wegen met achterstallig onderhoud.
Voorziening bovenwettelijk verlof
In deze jaarstukken wordt voorgesteld een voorziening in te stellen voor het bovenwettelijk verlof. De commissie BBV heeft hier het volgende over gecommuniceerd: "Voor het bovenwettelijke verlof dat geen gelijke omvang kent en/of bestaat uit overmatige verlofsaldi of spaarsaldi moet een voorziening worden opgenomen". Het gaat hierbij om een afwijking van bijna 13.000 uur ten opzichte van het gemiddelde van de afgelopen vijf jaar, met de aanname dat daarvan 73,5% bovenwettelijk is (conform eind 2022). Deze 73,5% komt neer op ongeveer 9.500 bovenwettelijke uren. Voor deze uren dient conform BBV een voorziening te worden getroffen. Er is een bedrag van € 0,410 miljoen gestort.
Voorziening verlofsparen
Medewerkers kunnen vanaf 1 januari 2022 bovenwettelijke vakantie-uren sparen. Met dit verlofsparen kunnen medewerkers passend bij hun levensfase hun bovenwettelijke vakantie-uren inzetten op een manier die aansluit bij hun persoonlijke levens- en carrièreplanning. Deze vakantie-uren verjaren niet. Aanvankelijk moest voor al de openstaande bovenwettelijke verlofuren een voorziening worden getroffen, aangezien de op- en afbouw onvoorspelbaar zou zijn. Dit bleek echter in strijd met de notitie arbeidskostengerelateerde verplichtingen van de commissie BBV. De commissie BBV heeft in een nadere toelichting (gepubliceerd op 25 januari 2023) aangegeven dat alleen voor daadwerkelijk gespaarde bovenwettelijke uren een voorziening moet worden getroffen. Voor bovenwettelijke verlofuren waarvan aangetoond kan worden dat dit een gelijke omvang kent en voor zover dat niet het karakter heeft van overmatige verlofsaldi of spaarsaldi, geldt dat er geen voorziening mag worden opgenomen. De verwachting is dat het spaarsaldo de aankomende tijd toe zal nemen, maar in welke mate is niet redelijkerwijs in te schatten. Ook hebben we nog geen zicht in welke mate dit verlof zal worden opgenomen. We kiezen er nu dus voor alleen de werkelijk gespaarde uren in de voorziening verlofsparen op te nemen. Er is een bedrag van € 0,150 miljoen gestort.
Onderhoudsegalisatievoorzieningen
Tabel 182
Reserve omschrijving (bedragen × € 1.000) | Stand per 31-12-2021 | Vermeer-deringen | Vermin-deringen | Vrijval | Stand per 31-12-2022 |
---|---|---|---|---|---|
Onderhoud gebouwen | 3.417 | 2.632 | 2.234 | 0 | 3.815 |
Totaal onderhoud gebouwen | 3.417 | 2.632 | 2.234 | 0 | 3.815 |
Voorziening Onderhoud gebouwen
Deze voorziening is gevormd voor de egalisering van de in de tijd onregelmatig gespreide kosten voor onderhoud aan gemeentelijke objecten. De vermeerdering is € 2,632 miljoen. De onttrekking is € 2,234 miljoen.
Door derden beklemde middelen
Tabel 183
(bedragen × € 1.000) | Stand per 31-12-2021 | Vermeer-deringen | Vermin-deringen | Vrijval | Stand per 31-12-2022 |
---|---|---|---|---|---|
Tariefsegalisatie afvalstoffenheffing | 317 | 851 | 0 | 364 | 805 |
Tariefsegalisatie rioolheffing | 7.342 | 0 | 0 | 93 | 7.249 |
Totaal door derden beklemde middelen | 7.659 | 851 | 0 | 457 | 8.054 |
Voorziening tariefsegalisatie afvalstoffenheffing
De mutatie op de voorziening afvalstoffenheffing (onttrekking of storting) wordt normaliter aan het einde van het jaar bepaald door de relatie tussen de inkomsten en uitgaven te leggen. Bij de Najaarsrapportage 2019 is besloten dat het nadeel dat ontstaat als gevolg van enerzijds de hogere lasten van de afvalinzameling en -verwerking en anderzijds meer lasten als gevolg van de verlenging van de inzamelmethode in de proefwijken, niet volledig kon worden gedekt door de voorziening tariefsegalisatie afvalstoffenheffing. Er is toen besloten om de voorziening voornamelijk in te zetten ter dekking van de eenmalige kosten van het project VANG.
Voorziening tariefsegalisatie rioolheffing
De mutatie op de voorziening tariefsegalisatie rioolheffing (onttrekking of storting) wordt aan het einde van het jaar bepaald door de relatie tussen de inkomsten en uitgaven te leggen.