Voornaamste risico's
Projectspecifieke risico's bij negatieve grondexploitatieprojecten (R20)
Ruimtelijke ontwikkelingen (G5, K2, I)
Door middel van grondexploitaties ontwikkelen wij gronden die in ons bezit zijn. Daaraan zijn financiële risico’s verbonden: het risico dat de prijzen niet of minder stijgen dan waarmee gerekend is, het risico dat het beoogde programma niet of niet geheel kan worden uitgevoerd en het risico dat de grondverkopen niet volgens het geplande tempo verlopen. Het maximum risicobedrag is het ongewogen risicobedrag van de negatieve grondexploitaties, het minimumbedrag is het gewogen risicobedrag. De getallen zijn op basis van het MPG 2025, stand 1 januari 2025.
Ondanks toenemende onzekerheden in de ontwikkeling van de grondprijzen, de stijging van de bouwkosten en daarmee de parameters, het uitstellen van grondverkopen als gevolg van onder andere netcongestie en onduidelijkheden bij procedures is het gewogen financiële gevolg (minimum risico) bij de verliesgevende grondexploitaties gelijk gebleven. Het ongewogen financiële gevolg (maximum risico) is flink toegenomen, dit komt mede doordat een project van winstgevend naar een verliesgevend is gegaan. Het inboeken van kansen zorgt voor een verbetering van het saldo van het project, maar ook dat het risicoprofiel, doordat de risico's ongewijzigd blijven, toeneemt.
Beheersmaatregel: veranderen van gevolgen (beheersen)
Voor alle actieve grondexploitaties wordt een register van risico's (en kansen) bijgehouden, en daarin zijn voor alle onderliggende risico's waar mogelijk de beheersmaatregelen aangegeven.
Strategische gronden GEM A4 Zone West en De President (R41)
Ruimtelijke ontwikkelingen (G4, K1, I)
In de grondexploitatie van de GEM A4 Zone West C.V. (Schiphol tradepark (STP)) wordt rekening gehouden met de inbreng van de waarde van de gronden, welke wij op de balans hebben staan. Voor de gronden van De President 2.0 (grondbank Hillegondshoeve) is er een algemene afspraak om deze gronden op gelijke wijze als President 1.2 te ontwikkelen. Vanwege regionale afspraken kunnen deze laatst genoemde gronden in principe pas na 2030 worden ontwikkeld. Vanwege aanhoudende vraag wordt gekeken of President 2.0 versneld tot ontwikkeling kan worden gebracht.
Beheersmaatregel: veranderen van gevolgen (beheersen)
Voor de gronden ten behoeve van STP zijn nadere afspraken gemaakt over de wijze en snelheid van inbreng van de (resterende) gronden. Door deze afspraken, in combinatie met door STP gesloten overeenkomsten (koop-, reserverings- en intentieovereenkomsten) en de afzetprognose, zullen naar verwachting alle gronden voor 2030 zijn betaald en ingebracht. In totaal is qua waarde ongeveer 71% van de gronden geleverd aan STP. In de eerste helft van 2025 wordt de levering qua waarde van circa 16% van de gronden verwacht. STP heeft de waarde hiervan al aan de gemeente betaald. De levering van de laatste 13% van de gronden volgt bij betaling van de resterende € 8 miljoen.
Gronden voor De President 2.0 worden volgens de afspraken in de samenwerkingsovereenkomst ingebracht. Gesprekken over de waardebepaling worden naar verwachting in 2025 samen met de betreffende GEM opgepakt.
Grootschalige investeringsprojecten (R90)
Ruimtelijke ontwikkelingen (G4, K3, I)
Dit zijn de projecten die zijn opgenomen in het Investeringsplan. Het risico bestaat onder andere uit mogelijke kredietoverschrijdingen bij de realisatie als gevolg van nieuwe (bouw)eisen, vertraging, wegvallen van subsidies of andere onvoorziene omstandigheden.
Beheersmaatregel: Divers, afhankelijk van het investeringsproject
Om het inzicht en de stuurbaarheid van deze projecten te vergroten kennen wij het Strategisch Perspectief Investeringen (SPI). Deze wordt twee keer per jaar aan de raad aangeboden. Grote investeringen (van € 2,0 miljoen en hoger) worden daarin nader toegelicht met aandacht voor actualiteiten, risico’s, faseringen en over- en onderschrijdingen.
Badhoevedorp Zuid (R251 t/m R256)
Ruimtelijke ontwikkelingen (G, K, I)
De gemeente wordt verweten onrechtmatig gehandeld te hebben omdat wij ons niet of onvoldoende zouden hebben ingespannen mee te werken aan ontwikkelingsmogelijkheden in Badhoevedorp Zuid. Er is een uitspraak van de rechtbank Amsterdam, hiertegen zijn we in hoger beroep gegaan. Tegelijkertijd loopt er een schadestaatprocedure waarbij de tegenpartij de schade heeft opgemaakt. Als reactie daarop hebben wij uitgebreid onderzoek laten doen met gespecialiseerde bureaus. De resultaten daarvan zijn meegenomen in de geactualiseerde risicoanalyse die Naris medio 2019 met de gemeente heeft uitgevoerd. Op basis daarvan is de conclusie dat, naar de stand van zaken van deze procedures, geen voorziening nodig is. De risicoanalyse is onderdeel van de berekening die gemaakt wordt ten behoeve van het weerstandsvermogen. Op 16 maart 2020 is bekend gemaakt dat de aandelen van TeleVerde BV door een overname in handen zijn gekomen van een andere partij. Het feit dat TeleVerde BV nieuwe aandeelhouders heeft gekregen is nog niet direct van invloed op de lopende procedures tussen de gemeente en TeleVerde BV. De gemeente heeft medio 2024 de risicoanalyse geactualiseerd in verband met het rentedragende karakter van de claim. De afgelopen jaren zijn intensieve besprekingen tussen gemeente en de nieuwe aandeelhouders van TeleVerde gevoerd over het realiseren van een gebiedsontwikkeling. Gedurende deze onderhandelingen zijn het hoger beroep en de schadestaatprocedure “on hold” gezet om te onderzoeken of er tot een oplossing gekomen kon worden. De besprekingen hebben nog niet geleid tot een nader tot elkaar komen van partijen. De Intentieovereenkomst is inmiddels verlopen, maar partijen hebben nog wel overleg met elkaar. De risico analyse wordt de komende periode geactualiseerd indien nodig.
Beheersmaatregel: Verminderen
Bij het voeren van de gerechtelijke procedures laten wij ons bijstaan en adviseren door onze huisadvocaat en expertisebureaus.
Daling grondprijzen 10% bij actieve grondexploitaties (R265)
Ruimtelijke ontwikkelingen (G5, K2, I)
De commissie BBV beveelt aan om conjuncturele risico's op te nemen in de berekening van de weerstandscapaciteit. Op basis van een gevoeligheidsanalyse op de actieve grondexploitaties is de top 3 van conjuncturele risico's opgenomen. Een van de risico's houdt in dat de grondprijzen in de grondexploitaties met 10% dalen.
Beheersmaatregel: delen van het risico met (een) andere partij(en)
Er wordt getracht om de grondprijzen in contracten met partijen vast te leggen zodat deze ongevoelig blijven voor het eventueel dalen van de grondprijzen in een economisch mindere periode. In de contracten worden afspraken gemaakt over het indexeren van de grondprijzen bij het verschuiven van het prijspeil.
Kostenstijging investeringsramingen grondexploitaties (R266)
Grondbeleid (G4, K2, I)
De Commissie BBV beveelt aan om conjuncturele risico's op te nemen in de berekening van de weerstandscapaciteit. Op basis van een gevoeligheidsanalyse op de actieve grondexploitaties is de top 3 van conjunctureel risico's opgenomen. Een van de risico's houdt in dat de kosten van de investeringen in de grondexploitaties stijgen door een oververhitte markt door onder andere geopolitieke spanningen. Het risico van kostenstijging is grotendeels opgetreden en het effect op de netto contante waarde (NCW) is verwerkt in de cijfers van het MPG 2025, maar is beperkter dan bij het MPG 2024 werd geprognosticeerd. Voor de komende jaren is tot en met 2025 in verband met de onzekerheid een (hogere) gedifferentieerde kostenstijging opgenomen in de grondexploitaties die vanaf 2028 terugkeert naar het langjarig gemiddelde. Dit geeft aanleiding om voor dit risico terug te gaan naar 1% hogere kostenstijging ten opzichte van de gehanteerde parameter in de grondexploitatie.
Beheersmaatregel: delen van het risico met (een) andere partij(en)
Strategisch omgaan met aanbestedingen zoals het vroegtijdig contracteren van aannemers voor de uitvoering van de investeringswerkzaamheden en bijvoorbeeld over de schaalgrootte van het gebied (opknippen versus samenvoegen). We hanteren tot en met 2025 gedifferentieerde parameters als gevolg van onzekerheid alvorens vanaf 2028 het langdurig gemiddelde aan te houden.
Geen opbrengstenstijging in de grondexploitaties (R267)
Ruimtelijke ontwikkelingen (G5, K2, I)
De commissie BBV beveelt aan om conjuncturele risico's op te nemen in de berekening van de weerstandscapaciteit. Op basis van een gevoeligheidsanalyse op de actieve grondexploitaties is de top 3 van conjuncturele risico's opgenomen. Een van de risico's houdt in dat de geraamde opbrengsten 1% dalen.
Beheersmaatregel: delen van het risico met (een) andere partij(en)
voor het eventueel niet meer stijgen van de grondprijzen (opbrengsten) in een economisch mindere periode.
ICT-systemen kunnen uitvallen (R289)
Overzicht Overhead (G4, K1, I)
Hoewel ICT-systemen in verschillende datacenters en de 'cloud' zijn ondergebracht en bekabeling en dataverbindingen dubbel zijn uitgevoerd, kunnen er systemen uitvallen en niet meer beschikbaar zijn. Door deze downtime kunnen diensten aan inwoners en ondernemers tot stilstand komen. Dit leidt in ieder geval tot productieverlies, maar kan ook leiden tot andere nadelige gevolgen. De kans op groot dataverlies is klein.
Beheersmaatregel: veranderen van de gevolgen (beheersen)
Netwerkcomponenten, lijnverbindingen en ons datacenter zijn in meervoud aanwezig, zodat uitval van een component kan worden opgevangen door een tweede exemplaar. Het uitwijkdatacenter is buiten de gemeente Haarlemmermeer geplaatst.
Beheersmaatregel: veranderen van de waarschijnlijkheid (beheersen)
Omdat wijzigingen een belangrijke oorzaak zijn van uitval, is het belangrijk om het wijzigingenproces goed vast te leggen en hierop te sturen. We hanteren een 'change process' met een change manager. Wekelijks worden alle gewenste wijzigingen besproken in een change advisory board (CAB) waarin de juiste deskundigheden zijn vertegenwoordigd.
Gemeentefonds (R291)
Overzicht Algemene Dekkingsmiddelen (G5, K3, S)
De grootste inkomstenbron voor onze gemeente betreft de uitkering gemeentefonds (45% van de totale inkomsten van Haarlemmermeer). Het gemeentefonds wordt gevoed door het Rijk. Zowel de voeding van het fonds, als de verdeling ervan, is afhankelijk van een complex geheel van factoren. Als gevolg van externe ontwikkelingen bij de voeding en verdeling van het gemeentefonds bestaat de kans dat ons aandeel vanuit het gemeentefonds positief of negatief afwijkt van de verwachting, waardoor een niet direct te beïnvloeden voor- of nadeel in de begroting ontstaat. Op basis van ervaring uit het verleden bij afwijkingen in het gemeentefonds gaan wij nu uit van een afwijking van maximaal 1%, dit heeft een structureel effect van € 2,9 miljoen op onze begroting.
Het kabinet heeft in het regeerprogramma het voornemen opgenomen om de specifieke uitkeringen naar het gemeentefonds over te brengen met 10% korting. Op basis van ons aandeel in de korting die in het regeerakkoord is ingerekend voor het overbrengen van de specifieke uitkeringen is de omvang van dit risico bij de Programmabegroting 2025-2028 met structureel € 5 miljoen verhoogd. Inmiddels is duidelijk dat de specifieke uitkeringen voor herstel Toeslagen, herstel Groningen, corona en Oekraïne zijn uitgezonderd, waardoor ons aandeel in deze korting kan worden verlaagd naar € 3 miljoen.
Beheersmaatregel: Behouden van dit risico op basis van een zichtbare onderbouwing (accepteren)
Actief volgen van publicaties (onder andere circulaires) van het ministerie van BZK en verwerken van de uitkomsten in de P&C-cyclus.
Ongewenste toegang gemeentelijke systemen (R293)
Overzicht Overhead (G4, K2, I)
Ondanks de genomen maatregelen, kan nooit worden uitgesloten dat een hacker toegang krijgt tot de gemeentelijke systemen. In het ergste geval worden gegevens ontoegankelijk gemaakt, al dan niet permanent. Vaak heeft de hacker financiële motieven en vraagt losgeld om de systemen weer vrij te geven.
Beheersmaatregel: veranderen van de waarschijnlijkheid (beheersen)
We zorgen voor het bijhouden van de kennis en kunde, het aanbrengen van de laatste updates en het monitoren van kwetsbaarheden. Doordat hackers wereldwijd actief kunnen zijn, kunnen ze beschikken over ruime middelen en gespecialiseerde hackers. Het is daarom belangrijk om continu alert te zijn, de hackers een stap voor te blijven en het zo lastig mogelijk maken.
Sociaal domein - Participatiewet en wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening kunnen duurder uitvallen (R321)
Zorg en werk (G4, K3, S)
De gemeente moet de zorg, ondersteuning en inkomensvoorzieningen die nodig is, aanbieden en betalen. De Participatiewet is een zogenaamde open-einde regeling. Hoeveel kosten we jaarlijks maken, is vooraf niet precies te voorspellen. Vooraf is niet precies bekend hoeveel vraag er is en welke inkomensvoorzieningen onze inwoners nodig hebben.
Door de daling van de koopdracht is het aannemelijk dat meer inwoners een beroep doen op minimaregelingen (bijzondere bijstand). Het risico bestaat dat er meer kosten worden gemaakt dan begroot.
Beheersmaatregel: Behouden van dit risico op basis van een zichtbare onderbouwing (accepteren)
We monitoren de budgetten door middel van prognoses. In de reguliere P&C-cyclus wordt hierover gerapporteerd.
Sociaal domein - Jeugdwet kan duurder uitvallen (R322)
Zorg en werk (G4, K4, S)
De gemeente moet de zorg, ondersteuning en inkomensvoorzieningen die nodig is, aanbieden en betalen. De Jeugdwet is een zogenaamde open-einde regeling. Hoeveel kosten we jaarlijks maken, is vooraf niet precies te voorspellen. Vooraf is immers niet precies bekend hoeveel vraag er is en welke zorg onze jeugdigen nodig hebben. Het rijksbeleid op Jeugdzorg en de Hervormingsagenda Jeugd brengen ook nog onzekerheden met zich mee.
Meerjarig is rekening gehouden met een volumegroei van 1% voor Jeugd en Wmo voor de huidige inwoners die zorg nodig hebben. Daarnaast is er de groei van de gemeente en hiermee de verwachte groei van inwoners die gebruik maken van zorg meegenomen in de areaalsystematiek 'groei van de gemeente'. Het risico bestaat dat de daadwerkelijke volumegroei voor de huidige inwoners hoger is dan de geprognosticeerde volumegroei en er meer kosten worden gemaakt dan begroot. Daarnaast is het risico aanwezig het aantal inwoners dat gebruik maakt van zorg sneller stijgt dan de groei van het aantal inwoners, waar rekening mee gehouden wordt in de areaalsystematiek. Dit leidt tot een overschrijding van de budgetten. Ook zien we een verschuiving naar kleinschalige woonvoorzieningen. Dit is een beweging die vanuit het Rijk gestimuleerd wordt, maar dit leidt ook tot hogere kosten waarvoor het Rijk ons niet compenseert.
Beheersmaatregel: Behouden van dit risico op basis van een zichtbare onderbouwing (accepteren)
De afgelopen jaren is meer aandacht voor contractmanagement. Daarbij wordt op het contract, maar ook op de budgetten gelet. Hierdoor zitten we er dichter op, waardoor de uitschieters minder groot zijn. Daar staat tegenover dat de jeugdzorg ook onvoorspelbaar is, waardoor het maximale risico is afgevlakt van € 5 miljoen naar € 3 miljoen. Deze aanpassing was al verwerkt in de programmabegroting 2025 - 2028.
Arrest Didam (R329)
Ruimtelijke ontwikkelingen (G5, K2, I)
Op 26 november 2021 heeft de Hoge Raad een arrest gewezen, waarin regels worden geformuleerd waar de gemeente zich aan heeft te houden als zij onroerend goed verkoopt (of verhuurt, uitgeeft in erfpacht of in een recht van opstal). De regels vloeien voort uit het oordeel dat de gemeente daarbij het gelijkheidsbeginsel in acht moet nemen, wat in deze context betekent dat de gemeente transparant moet handelen en in beginsel mededingingsruimte moet bieden. Dat laatste betekent dat alle geïnteresseerde en volgens objectieve, redelijke en toetsbare criteria geschikte partijen een gelijke kans hebben om voor aankoop van onroerende zaak in aanmerking te komen. Er hoeft geen mededingingsruimte te worden geboden indien bij voorbaat vaststaat of redelijkerwijs mag worden aangenomen dat op grond van objectieve, toetsbare en redelijke criteria slechts één serieuze gegadigde in aanmerking komt voor de aankoop. In dat geval dient het voornemen tot verkoop tijdig voorafgaand aan de verkoop bekend te worden gemaakt. In de bekendmaking dient te worden gemotiveerd waarom slechts één serieuze gegadigde in aanmerking komt.
Bij een aantal afgeronde en lopende projecten (vastgoed en grondzaken) is het de vraag of en hoe de gemaakte afspraken passen binnen de door de Hoge Raad gestelde regels. Hier bestaat bijvoorbeeld het risico dat de gemeente haar contractuele verplichtingen mogelijk niet kan nakomen met als gevolgen vertraging, vergoeding van schade en extra plankosten in verband met begeleiding en juridische ondersteuning. De basisinventarisatie van deze contracten is in 2023 uitgevoerd door een intern team en is extern getoetst. Op basis van deze uitkomsten heeft recent een nadere kwantificering van de risico’s plaatsgevonden, waarmee het risicoprofiel is gebaseerd op de actuele situatie. In algemene zin wordt hierbij opgemerkt dat kans en impact van het Didam arrest op dit moment lastig in te schatten zijn, mede omdat dossiers lopend en nog aan verandering onderhevig zijn in de tijd en er doorlopende ontwikkelingen zijn op het gebied van jurisprudentie en wet- en regelgeving rondom het Didam arrest.
Beheersmaatregel: Behouden van dit risico op basis van een zichtbare onderbouwing (accepteren)
De werkgroep heeft de hele vastgoed- en grondpositieportefeuille getoetst. Verder wordt voorgesteld ontwikkelingen naar aanleiding van het Didam arrest (jurisprudentie) te blijven monitoren en met het interne team dit risico periodiek te actualiseren.
Het niet meer kunnen uitvoeren van Inburgering vanaf 2026 (R341)
Maatschappelijke ontwikkeling (G4, K3, S)
Wij bieden hulp aan statushouders bij het inburgeren. We zien een toename van het aantal statushouders. Hierdoor zijn er meer mensen nodig om deze toestroom aan te kunnen. In de Voorjaars- en Najaarsrapportage 2023 zijn incidentele middelen beschikbaar gesteld, maar niet voldoende in het jaar 2026. Als er geen extra structurele middelen beschikbaar komen voor de versterking van de formatie, betekent dit dat we de taakstelling vanuit het Rijk niet kunnen realiseren. Statushouders kunnen dan niet tijdig worden gehuisvest en de inburgering kan niet starten conform het vastgestelde beleid.
Beheersmaatregel: Behouden van dit risico op basis van een zichtbare onderbouwing (accepteren)
We monitoren de kosten voor inburgering in de komende jaren en daar waar nodig zullen we een extra aanvraag in de voorjaarsrapportage doen. We zullen de toestroom van statushouders en de landelijke ontwikkelingen op dit gebied volgen.
Zorglandschap jeugdzorg (R353)
Maatschappelijke ontwikkeling (G3, K4, I)
De kans bestaat dat we geen dekkend zorglandschap meer hebben. Aanbieders binnen de jeugdzorg ondervinden veel last van de personeelskrapte op de arbeidsmarkt. Hierdoor worden vacatures ingevuld met inhuur, wat meer geld kost. Ook de landelijke ontwikkelingen zoals afbouw van jeugdzorgplus hebben financiële consequenties tot gevolg. Beide ontwikkelingen vergroten de kans dat de afgesproken tarieven niet voldoende blijken te zijn, waardoor een zorgaanbieder kan omvallen zonder extra financiële bijdrage. Hierdoor hebben we dan geen dekkend zorglandschap meer.
Beheersmaatregel: behouden van het risico op basis van een zichtbare onderbouwing (accepteren)
We zijn met de aanbieders in overleg welke mogelijkheden er zijn om deze problemen op te lossen. De personeelskrapte is echter een factor waar beide partijen weinig aan kunnen doen.
Datalekken (R362)
Overzicht Overhead (G4, K3, I)
Ondanks toegenomen aandacht voor beveiliging, privacy en datamanagement, bestaat het risico dat er datalekken optreden. Dit kan leiden tot boetes, schadevergoedingen en imagoschade. Vanwege de kans op boetes of schadevergoedingen is er sprake van een financiële risicogevolgcategorie. Doordat de overheid door een datalek negatief in het nieuws kan komen, kan weerstand in de samenleving ontstaan tegen overheidshandelen. Doordat misbruik van de persoonsgegevens soms kan leiden tot identiteitsfraude of chantage, ontstaat een gevolg voor de veiligheid. Het kan bijvoorbeeld leiden tot het (tijdelijk) stopzetten van een project omdat er onvoldoende privacy-beschermende maatregelen zijn genomen.
Beheersmaatregel: veranderen van de waarschijnlijkheid (beheersen)
We organiseren bewustwoordingstrainingen voor alle medewerkers.
Werkprocessen kunnen worden verbeterd aan de hand van een Data Protection Impact Assessment (DPIA).
Bescherming persoonsgegevens (R363)
Overzicht overhead (G4, K3, I)
Doordat niet voor alle werkprocessen een DPIA is uitgevoerd, weten we niet of alle persoonsgegevens goed beschermd zijn. Hierdoor kunnen mogelijk niet geautoriseerde personen toegang krijgen tot persoonsgegevens. Bij processen met hoge privacyrisico’s voor betrokkenen is het uitvoeren van een DPIA wettelijk verplicht. Mogelijke gevolgen van het niet uitvoeren van een DPIA zijn misbruik van persoonsgegevens en een boete van de Autoriteit Persoonsgegevens.
Beheersmaatregel: veranderen van de waarschijnlijkheid (beheersen)
Om onjuist gebruik van persoonsgegevens te voorkomen, is het uitvoeren van een DPIA een goed hulpmiddel. Bij processen met hoge privacyrisico’s voor betrokkenen is het uitvoeren van een DPIA zelfs een wettelijke verplichting. Een DPIA is een instrument om (voorafgaand aan de verwerking van persoonsgegevens) privacyrisico’s van een gegevensverwerking in kaart te brengen, zodat een organisatie passende maatregelen kan nemen om de privacyrisico’s te verkleinen.
Het regiesysteem van het Sociaal Domein is via een samenwerkingsconstructie met de NVSI (Nederlandse Vereniging voor Sociale Innovatie) aanbesteed (quasi aanbesteding). (R365)
Zorg en werk (G4, K4, I)
Het regiesysteem van het Sociaal Domein is via een samenwerkingsconstructie met de NVSI aanbesteed (quasi aanbesteding). De leverancier is overgenomen. Het gevolg hiervan kan zijn dat we de software opnieuw moeten aanbesteden en implementeren, wat aanzienlijke kosten met zich mee zal brengen.
Beheersmaatregel: wegnemen van de risicobron (beheersen)
Door de overname van de leverancier en ontwikkelingen bij NVSI wordt op dit moment onderzocht of we gebruik kunnen blijven maken van het regiesysteem zonder nieuwe aanbesteding en implementatie.
Tijdelijke huisvesting noodzakelijk voor Dik Trom-school (R370)
Maatschappelijke ontwikkeling (G4, K2, I)
De lasten voor de tijdelijke huisvesting van de Dik Trom-school bedragen naar verwachting maximaal € 2 miljoen. Er is een potentieel risico dat deze lasten niet worden gedekt indien de grondexploitatie Purmer/Wormerstraat niet wordt vastgesteld.
Beheersmaatregel: Behouden van dit risico op basis van een zichtbare onderbouwing (accepteren)
Bij het vaststellen van de grondexploitatie Purmer/Wormerstraat, zal dit risico vervallen. Mocht er geen grondexploitatie worden vastgesteld dan zal dit risico optreden.
Garantstelling lening Fort Hoofddorp (R379)
Maatschappelijke ontwikkeling (G3, K4, I)
De Stichting Fort van Hoofddorp heeft sinds 2015 een erfpachtovereenkomst met de gemeente voor Fort Hoofddorp. Voor de financiering van de verbouwing is onder andere een lening bij het Restauratiefonds aangegaan waarvoor de gemeente garant staat. De stichting heeft inmiddels een achterstand opgelopen in het nakomen van de canonverplichtingen. Conform afspraak heeft de stichting een nieuw plan opgesteld. Dit plan biedt echter nog onvoldoende zekerheden om de risico-inschatting aan te passen.
Beheersmaatregel: Veranderen van de waarschijnlijkheid (kans) (beheersen)
Het vergroten van de inkomsten door de stichting door te zoeken naar alternatieve inkomstenbronnen en (geleidelijk) verhogen van de huur van de horecaondernemer ter plaatse.