Weerstandscapaciteit

De weerstandscapaciteit, een indicatie voor de mogelijkheden om toekomstige niet begrote financiële tegenvallers op te vangen, kan worden gezien als een noodzakelijke buffer om de continuïteit van de bedrijfsvoering te waarborgen. Een dergelijke buffer ligt deels in de sfeer van de exploitatie (de begroting van baten en lasten) en deels in de vermogenssfeer (reserves). Hieronder geven we een inschatting van deze capaciteit.

Weerstandscapaciteit in de exploitatiesfeer

Posten in de exploitatiesfeer dragen bij aan de structurele weerstandscapaciteit, omdat zij na aanwending meerdere jaren een positief effect hebben. In de sfeer van de exploitatie zijn de volgende aspecten van belang voor de weerstandscapaciteit:

  1. raming voor onvoorzien en een eventueel positief begrotingssaldo in het lopende jaar;

  2. onbenutte belastingcapaciteit;

  3. eventuele stelposten waarvoor nog geen verplichting is aangegaan;

  4. te inventariseren mogelijke ombuigingen/heroverwegingen.

Achtereenvolgens lichten wij deze aspecten toe.

1. Raming onvoorzien en eventueel positief begrotingssaldo

Jaarlijks nemen we in de begroting een budget voor het opvangen van incidentele onvoorziene lasten op. Dit budget is vastgesteld op € 35.000. In de nota Risicomanagement 2017 is uitgelegd dat het positieve resultaat van de begroting automatisch bijdraagt aan de incidentele weerstandscapaciteit.

2. Onbenutte belastingcapaciteit

De onbenutte belastingcapaciteit bestaat uit de extra ruimte die de gemeente heeft om, met inachtneming van de wetgeving, maximale inkomsten te genereren uit de gemeentelijke heffingen. Bij gemeente Haarlemmermeer zit deze ruimte in de belastingen en met name in de onroerendezaakbelastingen (OZB). De raad is vrij de belastingtarieven te verhogen. Om te beoordelen of er onbenutte belastingcapaciteit is, maken wij gebruik van de ruimte tussen de eigen OZB-tarieven en het redelijk peil van de OZB dat wordt vastgesteld in het kader van artikel 12 Financiële verhoudingswet (de artikel 12-norm). De door het Rijk vastgestelde norm voor toelating tot artikel 12 is 0,18000% in 2022. Het gemiddelde OZB-tarief van Haarlemmermeer was in 2022 0,17709% en daarmee lager dan de artikel 12-norm. Het verschil wordt vermenigvuldigd met de waarde van het areaal, waarbij een onbenutte belastingcapaciteit van € 1,4 miljoen ontstaat.

3. Stelposten waarvoor nog geen verplichting is aangegaan

De in de begroting 2022 opgenomen stelposten zijn benut voor het onderdeel waarvoor deze gereserveerd waren.

4. Te inventariseren mogelijke bezuinigingen/heroverwegingen

Op 1 juli 2021 heeft de raad besloten tot een pakket aan ombuigingsmaatregelen (2021.0001203). Uit voorzichtigheidsoogpunt tellen wij op dit moment geen verdere bezuinigingsmaatregelen mee in de weerstandscapaciteit.

Tabel 94

Omschrijving (bedragen x € 1.000)

Structureel

Incidenteel

Raming voor onvoorzien

-

35

Onbenutte belastingcapaciteit

1.432

-

Stelposten waarvoor geen verplichting is aangegaan

-

-

Mogelijke bezuinigingen

-

-

Totaal

1.432

35

Weerstandscapaciteit in de vermogenssfeer

Bij de posten in de vermogenssfeer is sprake van incidentele weerstandscapaciteit. Dit houdt in dat ze eenmalig kunnen worden aangewend en alleen in het jaar van aanwending een positief resultaat opleveren. De weerstandscapaciteit in de vermogenssfeer bestaat uit de algemene reserves en de stille reserves. Beide onderdelen worden hierna toegelicht.

Algemene reserves

Algemene reserves zijn reserves waarvoor geen specifieke bestemming is bepaald en die daarom vrij kunnen worden ingezet voor het afdekken van risico’s en dergelijke; dit in tegenstelling tot bestemmingsreserves waaraan wel een specifieke bestemming is gegeven en waar dus niet vrij over kan worden beschikt. De reserves hebben een inkomensfunctie en kunnen worden ingezet als eigen financieringsmiddel. De rente die hierdoor wordt bespaard, wordt structureel ingezet als dekkingsmiddel voor de begroting. Dit betekent dat inzet van de reserves structurele negatieve consequenties heeft. De algemene reserves bestaan uit twee onderdelen, namelijk de Algemene dekkingsreserve en de Algemene reserve grondzaken. De aard van deze reserves lichten we hierna nader toe.

Tabel 95

(bedragen × € 1.000)

Stand per 31-12-2021

Saldo rekening 2021

Vermeerderingen

Verminderingen

Stand per 31-12-2022

Algemene dekkingsreserve

205.439

6.740

12.175

57.059

167.295

Algemene reserve grondzaken

5.881

0

10.364

11.246

5.000

Totaal algemene reserve

211.320

6.740

22.539

68.305

172.295

Algemene dekkingsreserve

De Algemene dekkingsreserve vormt het vrij besteedbare eigen vermogen. De Algemene dekkingsreserve kan ingezet worden als buffer voor incidentele financiële tegenvallers en onvoorziene risico's. Daarmee is expliciet duidelijk gemaakt dat deze reserve wordt meegerekend tot de weerstandscapaciteit.

Algemene reserve grondzaken

De Algemene reserve grondzaken is een risicobuffer voor positieve en negatieve resultaten van grondexploitaties. Afhankelijk van de resultaten vindt respectievelijk een dotatie aan (bij positief resultaat) dan wel een onttrekking uit (bij negatief resultaat) de Algemene reserve grondzaken plaats. Op grond van regels met betrekking tot de minimale en maximale stand van de Algemene reserve grondzaken kan er aanvulling dan wel afroming van de reserve plaatsvinden. Een aanvulling wordt onttrokken uit de Algemene dekkingsreserve, een afroming wordt gedoteerd aan de bestemmingsreserve Schaalsprong. Omdat de Algemene reserve grondzaken specifiek is bedoeld voor het opvangen van risico’s met betrekking tot grondexploitaties en omdat deze risico’s worden meegenomen in de totale risicoanalyse wordt de stand van deze reserve ook meegenomen in de bepaling van de weerstandscapaciteit.

Stille reserves

Stille reserves zijn bezittingen van de gemeente die momenteel op de balans lager zijn gewaardeerd dan hun huidige marktwaarde. Dit betekent dat verkoop van deze bezittingen een eenmalig financieel voordeel voor de gemeente kan opleveren. Voorwaarde hiervoor is wel dat de verkoop op korte termijn tegen die marktwaarde kan geschieden en dat de verkoop de bedrijfsvoering van de gemeente niet beperkt. In het raadsvoorstel 'beoordelingskader Maatschappelijke Voorzieningen Integraal Accommodatieplan' (2021.0000253) is voor de verkoop van vastgoed dat niet tot de kern-portefeuille behoort over een termijn van de komende tien jaar rekening gehouden met een netto verkoopresultaat van € 8 miljoen. Onder aftrek van de opbrengsten van het reeds verkochte vastgoed resteert een stille reserve van € 4,5 miljoen. Conform het raadsbesluit wordt 50% van de netto-verkoopopbrengsten in de reserve Maatschappelijke voorzieningen gestort .

Weerstandscapaciteit geconsolideerd

Het overzicht van de totale weerstandscapaciteit in Tabel 96 levert het volgende beeld op:

Tabel 96

Omschrijving (bedragen x € 1.000)

Structureel

Incidenteel

Weerstandscapaciteit exploitatie:

Raming voor onvoorzien

-

35

Onbenutte belastingcapaciteit 

1.432

-

Stelposten zonder aangegane verplichting

-

-

Mogelijke bezuinigingen / heroverwegingen

-

-

Weerstandscapaciteit vermogen

-

-

Algemene (vrij besteedbare) reserves

-

172.295

Stille reserves

-

4.537

Totale weerstandscapaciteit

1.432

176.867

Ratio weerstandsvermogen

Om inzicht te krijgen in hoeverre de beschikbare weerstandscapaciteit in staat is om zich voor doende risico’s op te vangen, wordt de ratio weerstandsvermogen bepaald. Hiervoor hanteren wij een risicosimulatie waarin aan de risico’s een bedrag en een kanspercentage wordt gekoppeld. Bij de simulatie wordt een zekerheidsniveau van 90% gehanteerd. Dit betekent dat het totaalbedrag dat uit de simulatie volgt in 90% van de gevallen voldoende zal zijn om alle daadwerkelijk uitgekomen risico’s te dekken. Hiermee is vervolgens de ratio van het weerstandsvermogen te berekenen.

Voor deze ratio hanteren wij een streefwaarde van minimaal 1,4 ('Voldoende'). De risico’s die zijn meegenomen in de analyse, zijn hiervoor in deze paragraaf beschreven.

Structurele risico’s en weerstandscapaciteit

Omdat bij het berekenen van de ratio weerstandsvermogen zowel de weerstandscapaciteit als het risicobedrag bij wijze van momentopname als één bedrag wordt uitgedrukt, moeten de structurele componenten geconverteerd worden naar een eenmalig bedrag. Hiervoor hanteren wij, conform de werkwijze van het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement (Naris) een factor van 2,5. Dit wil zeggen dat de structurele posten voor 2,5 maal hun waarde meetellen.

Uitkomst risicoanalyse

Uit de analyse, uitgevoerd op 27 februari 2023, volgt dat de totale financiële impact van alle risico’s tezamen bij een zekerheidsniveau van 90% uitkomt op € 59,7 miljoen. Vergeleken met een totale weerstandscapaciteit van € 180 miljoen (€ 177 miljoen incidenteel plus 2,5 x € 1,432 miljoen structureel) komen we op een ratio weerstandsvermogen van 3,0. Bij de Jaarstukken 2021 was de ratio weerstandsvermogen 4,3. De daling wordt met name veroorzaakt door de afboeking van de bijdrage in de kosten van omlegging van de A9 ten laste van de Algemene dekkingsreserve in 2022. De ratio valt echter nog steeds onder de classificatie ‘Uitstekend’ en dat betekent dat er op dit moment geen corrigerende actie vereist is.

Tabel 97

Waardering

Ratio

Betekenis

A

>2

Uitstekend

B

1,4 - 2

Ruim voldoende

C

1 - 1,4

Voldoende

D

0,8 - 1

Matig

E

0,6 - 0,8

Onvoldoende

F

<0,6

Ruim onvoldoende

Inzicht in de ontwikkeling van het weerstandsvermogen

De ontwikkeling van het weerstandsvermogen over jaren zegt meer dan een eenmalige beoordeling. De ontwikkeling van het weerstandsvermogen is meerjarig weergegeven in het hoofdstuk Financiële hoofdlijnen.