1. Jaarlijks worden de niet afgesloten projecten van kleinschalige woningbouw en anterieure overeenkomsten overgeboekt naar de balans. De hoogte van deze mutatie wordt ingeschat bij de najaarsrapportage en verloopt zowel over de baten- als de lastenzijde en is per saldo neutraal (zie lasten). Het verschil van € 100.000 is de bijdrage aan de reserve Ruimtelijke Investering Haarlemmermeer (RIH) voor kleinschalige woningbouwprojecten. Deze is lager dan geraamd doordat de ramingen voor de afdracht gebaseerd zijn op de verwachting dat na het afsluiten van de anterieure overeenkomst het ruimtelijke besluit wat hiervoor nodig is ook daadwerkelijk onherroepelijk wordt. Pas bij het onherroepelijk worden van het besluit kan de RIH bijdrage worden geïnd. Dit zorgt soms voor niet voorzienbare vertraging door beroep en bezwaar. Door deze niet voorzienbare vertraging kon een deel van de verwachte inkomsten niet geïnd worden en worden nu in 2023 verwacht.

1. Zie voor een toelichting op de hogere lasten van de anterieure overeenkomsten de toelichting opgenomen bij de baten.

3. Wegens capaciteitsgebrek zijn verschillende werkzaamheden en onderzoeken vertraagd en worden in 2023 uitgevoerd. We stellen daarom voor om het restantbudget over te hevelen naar 2023.

1. De lagere baten ten opzichte van de begroting (standlijn tMPG 1 juli 2022) worden veroorzaakt door € 5,3 miljoen lagere omzet bij de grondexploitaties. Daarnaast is er zo'n € 1,6 miljoen minder aan voorzieningen vrijgevallen. In het MPG met de standlijn 1 januari 2023 worden deze punten ook toegelicht. Deze lagere baten worden, evenals de lasten, geactiveerd op de balanspost voorraden en vallen binnen de geautoriseerde kredieten.

3. Het restant van de subsidie ILG/FES ten behoeve van de verduurzaming van de glastuinbouw was groter dan de wij volgens de vaststelling moesten terugbetalen.

1. De hogere lasten ten opzichte van de begroting (standlijn tMPG 1 juli 2022) worden veroorzaakt door € 0,641 miljoen hogere uitgaven bij de grondexploitaties. Daarnaast is er voor de grondexploitaties een extra voorziening gedaan van € 2,742 miljoen. In het MPG met de standlijn 1 januari 2023 worden deze punten ook toegelicht. Deze hogere lasten worden, evenals de baten, geactiveerd op de balanspost voorraden en vallen binnen de geautoriseerde kredieten.

1. Er waren onzekerheden met betrekking tot de inkomsten van leges uit aanvragen voor vergunningen op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Het was in deze periode met economische onzekerheid (onder andere de Oekraïnecrisis en de energiecrisis) niet zeker of alle geraamde inkomsten gerealiseerd zouden gaan worden. De legesinkomsten zijn in 2022 uiteindelijk hoger dan begroot. Door de gestegen vraag naar bouwmogelijkheden en grote (woning)projecten zijn meer leges verantwoord.

1. Conform de Informatie voor Derden (Iv3) – Informatievoorschrift Gemeenten en Gemeenschappelijke regelingen moeten de kosten van de Omgevingsdienst verantwoord worden onder het programma Ruimtelijke ontwikkelingen, beleidsdoel C voor wat betreft de taken op gebied van bouw- en woningtoezicht en onder het programma Kwaliteit fysieke omgeving, beleidsdoel E voor de taken op gebied van milieubeheer. In de begroting is met deze verdeling geen rekening gehouden. Deze administratieve aanpassing veroorzaakt het verschil.