Jaarlijks worden de niet afgesloten projecten van kleinschalige woningbouw en anterieure overeenkomsten overgeboekt naar de balans. De hoogte van deze mutatie wordt ingeschat bij de najaarsrapportage en verloopt zowel over de baten- als de lastenzijde en is per saldo neutraal (zie lasten). Het verschil is de bijdrage aan de reserve Ruimtelijke Investering Haarlemmermeer (RIH) voor kleinschalige woningbouwprojecten. Deze is lager dan geraamd doordat de ramingen voor de afdracht gebaseerd zijn op de verwachting dat na het afsluiten van de anterieure overeenkomst het ruimtelijke besluit wat hiervoor nodig is ook daadwerkelijk onherroepelijk wordt. Pas bij het onherroepelijk worden van het besluit kan de RIH bijdrage worden geïnd. Dit zorgt soms voor niet voorzienbare vertraging door beroep en bezwaar.
Door deze niet voorzienbare vertraging kon een deel van de verwachte inkomsten niet geïnd worden en worden nu in 2022 verwacht.
Verder is het woningproject Westerdreef/Venneperweg over gegaan van de kleinschalige woningbouw naar het woningproject Pionier-Bols. De RIH bijdrage is via dit project betaald. Hiermee rekening houdend blijven de daadwerkelijk inkomsten circa 17% ofwel € 300.000 achter op de oorspronkelijke raming.

Dit betreft een vergoeding voor onze eigen inzet aan het project Nieuw-Vennep West die we op basis van de intentieovereenkomst hebben doorbelast aan de ontwikkelaar.

De bijdrage aan de Fieldlab ontvangen van Stichting Leefomgeving Schiphol is doorbetaald aan de TU Delft.

De hogere baten ten opzichte van de begroting (standlijn tMPG 1 juli 2021) worden veroorzaakt door € 22,4 miljoen hogere omzet bij de grondexploitaties, daarnaast is er zo'n € 9,1 miljoen meer bijdragen aan diverse grondexploitaties ontvangen. In het MPG met de standlijn 1 januari 2022 worden deze punten ook toegelicht. Deze hogere baten worden, evenals de lasten, geactiveerd op de balanspost voorraden en vallen binnen de geautoriseerde kredieten.

Voor de Energietransitie zijn in 2021 de belangrijke beleidsstukken vastgesteld. Vanwege de coronacrisis hebben verschillende trajecten vertraging opgelopen. Bijeenkomsten met inwoners konden niet worden georganiseerd en de versterking van het Energieloket kostte meer tijd waardoor onderdelen hiervan pas in 2022 worden geëffectueerd. Door de nog ontbrekende middelen vanuit het Rijk hebben we verschillende projecten moeten temporiseren omdat zonder zicht op structurele middelen deze niet op een bestendige wijze kunnen worden vormgegeven.

Door de Omgevingsdienst is in eerdere rapportages onjuiste informatie verstrekt waardoor er bij de Najaarsrapportage 2021 onterecht een aframing op de begrote opbrengsten is gedaan. Bij de herziene eindejaarsrapportage die wij van de Omgevingsdienst hebben ontvangen heeft op dit bedrag een correctie plaatsgevonden, waardoor de legesopbrengsten onverwacht hoger uitvallen.

Er is een overschrijding door werk door derden. Dit betreft de flexibele inhuurschil van de bouwplantoetsers. Als het aantal bouwaanvragen toeneemt, neemt ook het aantal inhuurkrachten toe. In 2021 hebben we meer aanvragen afgehandeld dan in 2020. Hier staan echter wel legesinkomsten tegenover.