Haarlemmermeer realiseert haar doelen met aanvaardbare overhead.
Overhead is van belang om de beleidsdoelen van Haarlemmermeer op een adequate en efficiënte manier te realiseren. In het BBV is bepaald dat gemeenten de lasten aan overhead in een apart overzicht moeten tonen. Ook is in het BBV bepaald welke lasten hieronder vallen. Het uitgangspunt hiervan is om de vergelijkbaarheid met andere gemeenten te vergroten. Het gevolg is dat in de programma’s alleen baten en lasten worden opgenomen die betrekking hebben op het primaire proces, wat wil zeggen dat in de programma’s alleen de apparaatskosten worden verantwoord die direct voor de uitvoering van de desbetreffende taken en activiteiten worden ingezet.
Het Overzicht overhead is onderverdeeld in vijf onderdelen. Hierdoor ontstaat een beter inzicht in de lasten van overhead. De verschillen in de lasten per jaar van elk onderdeel worden hieronder kort toegelicht. Verder is voor de wettelijk voorgeschreven BBV-kengetallen Tabel 78 opgenomen met de beschikbare vergelijkende cijfers 2021 en 2022 van drie gemeenten. Globaal bestaat de overhead volgens de definitie van het BBV uit de volgende onderwerpen:
Bestuursondersteuning en beleidsadvisering
Financiën
Personeelszaken en organisatie
Juridische zaken (exclusief bezwaar en beroep)
Informatievoorziening, automatisering van systemen ten behoeve van de gemeentebrede bedrijfsvoering, documentmanagement en informatievoorziening (DIV)
Facilitaire zaken en huisvesting (inclusief beveiliging)
Interne en externe communicatie met uitzondering van klantcommunicatie
Verzekeringen
Hiërarchisch leidinggevenden, controllers en managementondersteuning werkzaam in de primaire processen en de staven van de clusters
De definitie voor overhead die is vastgesteld door de commissie BBV creëert toch nog discussie over de kosten van de gemeentebrede bedrijfsvoering en de toerekening hiervan. Omdat iedere gemeente anders is georganiseerd, is het niet eenvoudig om de overhead met andere gemeenten te vergelijken. Gemeente Haarlemmermeer is een regiegemeente wat zich uit in relatief weinig fte per inwoner, omdat veel uitvoerende taken niet door de gemeente zelf worden uitgevoerd. Minder taken in eigen regie uitvoeren leidt tot relatief meer overhead.
Deze diverse manier van organiseren maakt een discussie over de overhead complex. We voeren benchmarks uit met andere gemeenten. Vanuit de uitkomsten van deze benchmarks wordt dieper onderzocht waar de leerpunten voor onze organisatie liggen.
In Tabel 77 zijn de in de regeling beleidsindicatoren gemeenten voorgeschreven kengetallen in relatie tot de overhead opgenomen.
Tabel 77
Omschrijving | Eenheid | Indicator | Bron | Metingen |
---|
2020 | 2021 | 2022 |
---|
Formatie | Fte per 1.000 inwoners | BBV | Eigen gegevens | 6,6 | 6,7 | 6,7 |
Bezetting1 | Fte per 1.000 inwoners | BBV | Eigen gegevens | 6,6 | 6,8 | 6,7 |
Apparaatskosten | Kosten per inwoner | BBV | Eigen begroting | € 677 | € 752 | € 766 |
Externe inhuur | Kosten als % van totale loonsom + totale kosten inhuur externen | BBV | Eigen begroting | 16,9 | 16,3 | 17,2 |
Overhead | % van totale lasten | BBV | Eigen begroting | 9,8 | 11,8 | 9,3 |
De hiervoor genoemde kengetallen moeten door alle gemeenten in hun programmabegroting en jaarstukken opgenomen worden. Hierdoor is het mogelijk een vergelijking met andere gemeenten te maken. Voor 2021 en 2022 is het beeld als volgt:
Tabel 78
Omschrijving | Eenheid | Haarlemmermeer | Zaanstad | Haarlem | Apeldoorn |
---|
| | JS 20211 | PB 2022 | JS 2021 | PB 2022 | JS 2021 | PB 2022 | JS 2021 | PB 2022 |
---|
Formatie | Fte per 1.000 inwoners | 6,7 | 6,5 | 8,4 | n/b | 8,1 | 6,6 | 7,7 | 7,7 |
Bezetting | Fte per 1.000 inwoners | 6,8 | 6,5 | 7,7 | n/b | 7,9 | 7,7 | 7,8 | 7,1 |
Apparaatskosten | Kosten per inwoner in euro's | € 752 | € 693 | € 775 | € 709 | € 773 | € 735 | € 692 | € 758 |
Externe inhuur | Kosten als % van totale loonsom + totale kosten inhuur externen | 16,3 | 4,6 | 19,7 | 15,6-17,0 | 16,1 | 12,0 | 18,1 | n/b |
Overhead | % van totale lasten | 11,8 | 10,8 | 8,8 | 9,1 | 9,6 | 9,2 | 8,8 | 10,2 |
Kengetal Externe inhuur: in de primaire begroting wordt het op dat moment begrote bedrag voor inhuur afgezet tegen de totale begrote bedragen voor loon- en inhuurkosten. In de loop van het jaar worden via Planning & Control producten regelmatig budgetten voor inhuur toegevoegd. Ook worden vacatures die niet meteen vervuld kunnen worden vaak ingevuld via inhuur. Minder vast betekent dan meer inhuur, wat relatief gezien bij de jaarstukken een hoger inhuurpercentage met zich meebrengt.