Voornaamste risico's

Sociaal domein - Participatiewet, Wmo en Jeugdwet kan duurder uitvallen (R6)

Zorg en werk (G5, K5, S)
De gemeente moet de zorg, ondersteuning en voorziening levensonderhoud die nodig is, aanbieden en betalen. De Participatiewet, Wmo en Jeugdwet zijn zogenaamde open-einde regelingen. Hoeveel kosten we jaarlijks maken, is vooraf niet precies te voorspellen. Vooraf is niet precies bekend hoeveel vraag er is en welke zorg, ondersteuning en voorziening levensonderhoud onze inwoners nodig hebben. Meerjarig is rekening gehouden met een volumegroei voor Jeugd en Wmo van respectievelijk 5,6%, 2,8%, 2% en 2% voor de jaren 2022 tot en met 2025. Risico bestaat dat de daadwerkelijke volumegroei hoger is dan de geprognosticeerde volumegroei en er meer kosten worden gemaakt dan begroot. Ook aanbestedingen en indexering van tarieven kunnen voor hogere kosten zorgen. Risico is dat er meer kosten worden gemaakt dan begroot.

Beheersmaatregel: Behouden van het risico op basis van een zichtbare onderbouwing (accepteren)
Door middel van forecasting monitoren we de budgetten en maken we prognoses. In de reguliere P&C-cyclus wordt hierover gerapporteerd.

Projectspecifieke risico's bij negatieve grondexploitatieprojecten (R20)

Ruimtelijke ontwikkelingen (G5, K2, I)
Door middel van grondexploitaties ontwikkelen wij gronden die in ons bezit zijn. Daaraan zijn financiële risico’s verbonden: het risico dat de prijzen niet of minder stijgen dan waarmee gerekend is, het risico dat het beoogde programma niet of geheel kan worden uitgevoerd en het risico dat de grondverkopen niet volgens het geplande tempo verlopen. Het maximum risicobedrag is het ongewogen risicobedrag van de negatieve grondexploitaties, het minimumbedrag is het gewogen risicobedrag. De getallen zijn op basis van het MPG 2022, stand 1 januari 2022. Als gevolg van toenemende onzekerheden in de ontwikkeling van de grondprijzen en het tempo waarin de grondverkopen plaatsvinden als gevolg van onder andere stroomproblematiek en onduidelijkheden bij procedures is het financiële gevolg bij de verliesgevende grondexploitaties licht toegenomen.

Beheersmaatregel: veranderen van gevolgen (beheersen)
Voor alle actieve grondexploitaties wordt een register van risico's (en kansen) bijgehouden, en daarin zijn voor alle onderliggende risico's waar mogelijk de beheersmaatregelen aangegeven.

Grootschalige investeringsprojecten (R90)

Ruimtelijke ontwikkelingen (G4, K3, I)
Dit zijn de projecten die zijn opgenomen in het Investeringsplan. Het risico bestaat onder andere uit mogelijke kredietoverschrijdingen bij de realisatie als gevolg van nieuwe (bouw)eisen, vertraging, wegvallen van subsidies of andere onvoorziene omstandigheden.

Beheersmaatregel: Divers, afhankelijk van het investeringsproject
Om het inzicht en de stuurbaarheid van deze projecten te vergroten kennen wij het Meerjarenperspectief Investeringen (MPI). Deze wordt twee keer per jaar aan de raad aangeboden. Grote investeringen (van € 2,0 miljoen en hoger) worden daarin nader toegelicht met aandacht voor actualiteiten, risico’s, faseringen en over- en onderschrijdingen.

Gemeentelijke kosten A4 Zone West (R201)

Ruimtelijke ontwikkelingen (G4, K1, I)
Momenteel staat circa € 1,5 miljoen aan gemeentelijke kosten op de balans die zijn gemaakt in relatie tot de A4 Zone West (inmiddels STP: Schiphol Trade Park). Hiervan is de bedoeling dat we deze vergoed krijgen uit het te behalen resultaat op de grondexploitatie van STP (uitgevoerd door de GEM A4 Zone West). Momenteel is het verwachte resultaat positief. Gezien het resultaat is het onzeker of het volledig verhalen van deze kosten daadwerkelijk mogelijk zal zijn.

Beheersmaatregel: veranderen van gevolgen (beheersen)
Wij treden regelmatig in overleg met de GEM A4 Zone West en denken mee over mogelijkheden om het resultaat van STP te verbeteren. De gemeente gaat de grondverkopen in de A4 Zone West nauwgezet volgen. Indien deze de komende tijd van een voldoende niveau zijn, is er geen reden tot verdere maatregelen. Vallen de verkopen tegen, dan geeft dit aanleiding de huidige omvang van de kosten eventueel te herzien.

Badhoevedorp Zuid (R251 t/m R256)

Ruimtelijke ontwikkelingen (G, K, I)
De gemeente wordt verweten onrechtmatig gehandeld te hebben omdat wij ons niet of onvoldoende zou hebben ingespannen mee te werken aan ontwikkelingsmogelijkheden in Badhoevedorp Zuid. Er is een uitspraak van de rechtbank Amsterdam, hiertegen is de gemeente Haarlemmermeer in hoger beroep gegaan. Tegelijkertijd loopt er een schadestaat procedure waarbij de tegenpartij de schade heeft opgemaakt. Als reactie daarop hebben wij uitgebreid onderzoek laten doen met gespecialiseerde bureaus. De resultaten daarvan zijn meegenomen in de geactualiseerde risicoanalyse die Naris medio 2019 met de gemeente heeft uitgevoerd. Op basis daarvan is de conclusie dat, naar de stand van zaken van deze procedures, geen voorziening nodig is. De risicoanalyse is onderdeel van de berekening die gemaakt wordt ten behoeve van het weerstandsvermogen. Op 16 maart 2020 is bekend gemaakt dat de aandelen van TeleVerde BV door een overname in handen zijn gekomen van een andere partij. Het feit dat TeleVerde BV nieuwe aandeelhouders heeft gekregen is nog niet direct van invloed op de lopende procedures tussen de gemeente en TeleVerde BV. Wel zijn er constructieve gesprekken gaande tussen ons en de nieuwe aandeelhouders van TeleVerde. Mede hierdoor zijn het hoger beroep en de schadestaatprocedure “on hold” gezet in de hoop dat er tot een oplossing gekomen kan worden. De claim is vooralsnog niet van de baan. We hebben wel goede hoop dat dit aan een oplossing van het geschil kan bijdragen, maar op dit moment is er nog geen reden voor wijziging van het risico.

Beheersmaatregel: Verminderen
Bij het voeren van de gerechtelijke procedures laten wij ons bijstaan en adviseren door onze huisadvocaat en expertisebureaus.

Daling grondprijzen 10% bij actieve grondexploitaties (R265)

Grondbeleid (G5, K2, S)
De commissie BBV beveelt aan om conjuncturele risico's op te nemen in de berekening van de weerstandscapaciteit. Op basis van een gevoeligheidsanalyse op de actieve grondexploitaties is de top 3 van conjunctureel risico's opgenomen. Een van de risico's houdt in dat de grondprijzen in de grondexploitaties met 10% dalen.

Beheersmaatregel: delen van het risico met (een) andere partij(en)
Er wordt getracht om de grondprijzen in contracten met partijen vast te leggen zodat deze ongevoelig blijven voor het eventueel dalen van de grondprijzen in een economisch mindere periode.

Geen opbrengstenstijging in de grondexplotaties (R267)

Grondbeleid (G5, K2, I)
De commissie BBV beveelt aan om conjuncturele risico's op te nemen in de berekening van de weerstandscapaciteit. Op basis van een gevoeligheidsanalyse op de actieve grondexploitaties is de top 3 van conjuncturele risico's opgenomen. Een van de risico's houdt in dat de geraamde opbrengsten met 1% dalen.

Beheersmaatregel: delen van het risico met (een) andere partij(en)
Er wordt getracht om de stijging van de grondprijzen (indexeringen) in contracten met partijen vast te leggen zodat deze ongevoelig blijven voor het eventueel niet meer stijgen van de gronddprijzen (opbrengsten) in een economisch mindere periode.

Datalekken (R287)

Overzicht Overhead (G4, K3, I)
Ondanks toegenomen aandacht voor beveiliging, privacy en datamanagement, bestaat het risico dat er datalekken optreden. Dit kan leiden tot boetes, schadevergoedingen en imagoschade. Vanwege de kans op boetes of schadevergoedingen is er sprake van een financiële risicogevolgcategorie. Doordat de overheid door een datalek negatief in het nieuws kan komen, kan weerstand in de samenleving ontstaan tegen overheidshandelen. Doordat misbruik van de persoonsgegevens soms kan leiden tot identiteitsfraude of chantage, ontstaat een gevolg voor de veiligheid. Het kan bijvoorbeeld leiden tot het (tijdelijk) stopzetten van een project omdat er onvoldoende privacy-beschermende maatregelen zijn genomen.

Beheersmaatregel: veranderen van de waarschijnlijkheid (beheersen)

  • Gemeente Haarlemmermeer organiseert bewustwoordingstrainingen voor alle medewerkers.

  • Werkprocessen kunnen worden verbeterd aan de hand van een Data Protection Impact Assessment (DPIA).

ICT-systemen kunnen uitvallen (R289)

Overzicht Overhead (G4, K1, I)
Hoewel vrijwel alle ICT-systemen dubbel zijn uitgevoerd, kunnen er systemen uitvallen. Hierdoor kunnen diensten aan inwoners en ondernemers tot stilstand komen. Dit leidt in ieder geval tot productieverlies, maar kan ook leiden tot andere nadelige gevolgen. De kans op groot dataverlies is klein.

Beheersmaatregel: veranderen van de gevolgen (beheersen)
Netwerkcomponenten, lijnverbindingen en ons datacenter zijn in meervoud aanwezig, zodat uitval van een component kan worden opgevangen door een tweede exemplaar. Het uitwijkdatacenter is buiten de gemeente Haarlemmermeer geplaatst.

Beheersmaatregel: veranderen van de waarschijnlijkheid (beheersen)
Omdat wijzigingen een belangrijke oorzaak zijn van uitval, is het belangrijk om het wijzigingenproces goed vast te leggen en hierop te sturen. Gemeente Haarlemmermeer hanteert een 'change process' met een change manager. Wekelijks worden alle gewenste wijzigingen besproken in een change advisory board (CAB) waarin de juiste deskundigheden zijn vertegenwoordigd.

Gemeentefonds (R291)

Overzicht Algemene Dekkingsmiddelen (G5, K3, S)
De grootste inkomstenbron voor onze gemeente betreft de uitkering gemeentefonds (40% van de totale inkomsten van Haarlemmermeer). Het gemeentefonds wordt gevoed door het Rijk. Zowel de voeding van het fonds, als de verdeling ervan, is afhankelijk van een complex geheel van factoren. Als gevolg van externe ontwikkelingen bij de voeding en verdeling van het gemeentefonds bestaat de kans dat ons aandeel vanuit het gemeentefonds positief of negatief afwijkt van de verwachting, waardoor een niet direct te beïnvloeden voor- of nadeel in de begroting ontstaat.

De grootste onzekerheid bij de ontwikkeling van het gemeentefonds betreft het accres. De omvang van het gemeentefonds beweegt mee met de rijksuitgaven. Zo leiden extra uitgaven bij het Rijk tot een hogere storting in het gemeentefonds, en leiden bezuinigingen tot een lagere storting (ook wel trap-op, trap-af). Bij het kwantificeren van deze ontwikkeling zijn wij bij de Programmabegroting 2022-2025 uitgegaan van een afwijking van maximaal 1%, dit heeft een structureel effect van € 2,1 miljoen op onze begroting. Daarnaast is de verwachting dat de verdeling van het gemeentefonds vanaf 2023 wordt herijkt. De omvang van het gemeentefonds blijft gelijk, de middelen worden alleen anders verdeeld over de gemeenten. Begin juli 2021 is door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) een aangepast verdeelmodel voor de herijking van het gemeentefonds gepubliceerd, naar aanleiding van de vragen van de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) over het oorspronkelijke voorstel. Daarnaast is er in december 2021 een (geactualiseerde) tabel gepresenteerd met de effecten per gemeente gebaseerd op het peiljaar 2019. Op basis van het laatste aangepaste model ontstaat er een structureel nadeel van € 2,4 miljoen. In de Voorjaarsrapportage 2021 is reeds rekening gehouden met een nadeel van € 0,5 miljoen. Daarmee resteert er naar de laatste inzichten een maximaal nadeel voor het meerjarenbeeld van € 1,9 miljoen. Op 19 oktober heeft de ROB advies uitgebracht over het voorstel voor de nieuwe verdeling van het gemeentefonds. De ROB constateert in zijn advies dat de nieuwe verdeling een verbetering is ten opzichte van de huidige verdeling, maar stelt wel dat de nieuwe verdeling niet ongeclausuleerd kan worden ingevoerd. In reactie daarop stellen de fondsbeheerders daarom een stapsgewijze invoering voor en het maximeren van het bedrag van de herverdeeleffecten. Op dit moment loopt de bestuurlijke consultatie bij de VNG. Eerder heeft de VNG al besloten alleen akkoord te gaan met een nieuw verdeelmodel als de omvang van het gemeentefonds toeneemt. Gezien de onzekerheid en de bijstellingen van de te verwachten effecten per gemeente zijn de effecten van de herverdeling nog niet in het meerjarenbeeld bij Programmabegroting 2022-2025 verwerkt. Naar aanleiding van de uitkomsten van de bestuurlijke consultatie bij de VNG zal deze afweging bij de Voorjaarsrapportage 2022 opnieuw worden gemaakt.

Na definitieve besluitvorming door het kabinet over de invoering van het verdeelvoorstel zal met de dan bekende gegevens nog een actualisatie plaatsvinden naar 1 januari 2023, het beoogde moment van invoering van de nieuwe verdeling. Deze laatste actualisatieslag zal inzicht geven in de definitieve herverdeeleffecten voor gemeenten. Als de herijking per 1 januari 2023 wordt doorgevoerd, dan worden de definitieve herverdeeleffecten bekend gemaakt in de meicirculaire 2022.

Beheersmaatregel: veranderen van de gevolgen (beheersen)
Actief volgen van publicaties (onder andere circulaires) van het ministerie van BZK en verwerken van de uitkomsten in de P&C cyclus.

Ongewenste toegang gemeentelijke systemen (R293)

Overzicht Overhead (G4, K2, I)
Ondanks de genomen maatregelen, kan nooit worden uitgesloten dat een hacker toegang krijgt tot de gemeentelijke systemen. In het ergste geval worden gegevens ontoegankelijk gemaakt, al dan niet permanent. Vaak heeft de hacker financiële motieven en vraagt losgeld om de systemen weer vrij te geven.

Beheersmaatregel: veranderen van de waarschijnlijkheid (beheersen)
We zorgen voor het bijhouden van de kennis en kunde, het aanbrengen van de laatste updates en het monitoren van kwetsbaarheden. Doordat hackers wereldwijd actief kunnen zijn, kunnen ze beschikken over ruime middelen en gespecialiseerde hackers. Het is daarom belangrijk om continu alert te zijn, de hackers een stap voor te blijven en het zo lastig mogelijk maken.

Invoering omgevingswet (R297)

Veiligheid (G5, K3, S)
In de Voorjaarsrapportage 2021 is de Omgevingswet als risico opgenomen. Dit heeft te maken met omstandigheden die nog steeds actueel zijn:

  • Al langere tijd maken gemeenten zich zorgen over de financiële effecten van de Omgevingswet. Inmiddels is op landelijk niveau bestuurlijk vastgesteld dat de Omgevingswet budgettair neutraal moet kunnen worden ingevoerd in een periode van tien jaar na inwerkingtreding. Tevens is op landelijk niveau bestuurlijk vastgesteld dat financiële compensatie van (een deel van) de invoeringskosten een optie is als blijkt dat de ‘terugverdientijd’ van tien jaar onhaalbaar is. Uit een gemeentelijke consultatie van de VNG blijkt dat budgettair neutrale invoering binnen tien jaar onhaalbaar wordt geacht door gemeenten. Ook geven gemeenten aan niet tien jaar te kunnen wachten op eventuele financiële compensatie. Tot slot vinden gemeenten verlichting van de financiële druk op korte termijn noodzakelijk om de invoering van de Omgevingswet te accommoderen. De VNG heeft de minister van BZK gevraagd om de gemeentelijke invoeringskosten in 2022, ter hoogte van een bedrag van € 150 miljoen, eenmalig te compenseren. Om de structurele effecten te verlichten, heeft de VNG de minister gevraagd om op de afgesproken financiële evaluatiemomenten (eind 2022, 2023 en 2027) te berekenen of de terugverdientijd van tien jaar haalbaar is en zo niet, om op die momenten reeds tot financiële compensatie over te gaan. De minister heeft aangegeven zelf geen toezeggingen te kunnen doen vanwege haar demissionaire status. De minister heeft wel toegezegd de claims door te geleiden naar de juiste onderhandelingstafels.

  • In het voorjaar van 2021 is het Integraal Financieel Beeld Omgevingswet verschenen, waarin de raming van de eenmalige (waaronder transitiekosten) en structurele financiële effecten van de Omgevingswet zijn bijgesteld. Wat betreft de transitiekosten gaat het om kosten zoals programmakosten, personeelskosten voor invoering Omgevingswet, aansluitkosten op Digitaal Stelsel Omgevingswet, opleidingskosten, organisatieontwikkeling en invoering nieuwe instrumenten (waaronder het omgevingsplan). De transitiekosten voor overheden (2021) liggen met € 1,3 tot 1,9 miljard hoger dan de destijds (2016) geraamde bedragen van € 190 miljoen - € 268 miljoen (bron: Integraal Financieel Beeld Omgevingswet, Kokx de Voogd, 11 maart 2021).

Het is lastig om de financiële impact voor de gemeente Haarlemmermeer te kwantificeren. De impact verschilt per gemeente en hangt van veel factoren af. De VNG geeft voor gemeenten met 100.000+ inwoners indicatief het volgende aan: de invoeringskosten voor grote gemeenten liggen tussen de € 5,6 miljoen en € 8,9 miljoen. Het merendeel van deze kosten betreft het maken van het omgevingsplan (in Haarlemmermeer naar verwachting drie jaar à € 1,45 miljoen, waarvoor bij de Voorjaarsrapportage 2021 voor twee jaar budget is toegekend). Tevens is er bij de Voorjaarsrapportage 2017 een budget van € 1,44 miljoen toegekend voor het opzetten van het programmateam Omgevingswet (€ 770.000 in 2018 en € 670.000 in 2019). Dat maakt dat de nog te maken invoeringskosten in Haarlemmermeer naar schatting tussen de € 1,3 miljoen en € 4,6 miljoen zijn.

De structurele effecten hangen sterk af van de beleids- en inrichtingskeuzes die de gemeenteraad en het college nog zullen maken. Er zijn drie scenario’s mogelijk, bij elk scenario geeft de VNG bandbreedtes aan:

1. basisscenario: het scenario waarin alleen rekening gehouden wordt met de verandering van de rijksregels, dus zónder gebruikmaking van de decentrale beleidsruimte. Het effect ligt dan tussen de -/- € 35.000 tot +/+ € 160.000;
2a. het scenario waarin alle decentrale ruimte financieel gedreven ingevuld wordt. Dit scenario geeft aan wat een gemeente financieel zou kunnen bereiken, de bovengrens van het effect. Het effect ligt in dit scenario tussen de -/- € 55.000 tot +/+ € 1,0 miljoen;
2b. het scenario waarin alle decentrale ruimte juist niet financieel gedreven ingevuld wordt. Dit scenario geeft eigenlijk de ondergrens van het effect aan. Het effect is in dat geval -/- € 200.000 tot +/+ € 150.000.

De VNG benadrukt dat dit indicaties zijn, die met voorzichtigheid moeten worden behandeld.

Beheersmaatregel: veranderen van de gevolgen (beheersen)
Bij de transitiekosten kan besloten worden de transitietijd langer of korter te maken en er kan gekozen worden de implementatie in hoog of laag tempo te doen. Hoe korter de transitietijd en hoe hoger het implementatietempo, hoe minder kosten. Dit is voor wat betreft het omgevingsplan alleen te realiseren als ook het benodigde budget voor 2024 te zijner tijd gehonoreerd wordt. Verder volgen wij de landelijke financiële ontwikkelingen ten aanzien van de Omgevingswet op de voet.

Sociaal domein - beleidswijziging hulp bij het huishouden (R301)

Zorg en werk (G5, K3, S)
Als gevolg van een beleidswijziging hulp bij het huishouden moeten we aanvragen hulp bij het huishouden in het kader van de Wmo per 2022 ruimhartiger toekennen. Bij gemeenten met een vergelijkbaar karakter als dat van Haarlemmermeer blijkt dat het percentage inwoners dat gebruikt maakt hulp bij het huishouden ten opzichte van het totaal aantal inwoners kan wisselen van 0,2% tot 2,5%. In Haarlemmermeer is het percentage inwoners dat op dit moment hulp bij het huishouden ontvangt 1,2% ten opzichte van het totaal aantal inwoners. Het effect van de beleidswijziging is niet te voorspellen op basis van de situatie bij gemeenten met een vergelijkbaar karakter. Risico bestaat dat het aantal inwoners dat gebruikt maakt van hulp bij het huishouden toeneemt en er meer kosten zullen worden gemaakt dan begroot.

Beheersmaatregel: veranderen van de gevolgen (beheersen)
Door middel van een duidelijk gefaseerde en projectmatige aanpak willen we borgen dat de financiële gevolgen beperkt blijven en dat de operationele gevolgen van de beleidswijziging opgevangen kunnen worden.

Aansprakelijkheidsstelling door (oud)medewerkers (R302)

Overzicht Overhead (G4, K3, I)
Door de wijze van ontslag heeft een aantal (oud)medewerkers van de gemeente Haarlemmermeer ons aansprakelijk gesteld voor de volgens hen geleden (gevolg)schade. Er lopen juridische procedures waardoor het onzeker is of en voor welk bedrag we aansprakelijk worden gesteld.
Daarnaast is in 2021 een nieuwe aansprakelijkstelling ontvangen. De hoogte van de schade is nog niet gesteld door werknemer.

Beheersmaatregel: veranderen van de gevolgen (beheersen)
Bij het voeren van de gerechtelijke procedures laten we ons bijstaan en adviseren door onze huisadvocaat.

Implementatie nieuwe of gewijzigde wet- en regelgeving (R305)

Overzicht Overhead (G, K, S)
De gemeente dient wet- en regelgeving na te leven. Wetswijzigingen behoren daarom tijdig geïmplementeerd te worden (met vertaling naar dienstverlening en werkprocessen en eigen gemeentelijke verordeningen en formats) zodat de dienstverlening aan inwoners en ondernemers dienovereenkomstig kan plaats vinden. De invoering van nieuwe of gewijzigde wetgeving leidt in de basis tot de volgende risico’s voor de gemeente Haarlemmermeer:

Compliance: Een niet tijdige implementatie van nieuwe of gewijzigde wetgeving leidt tot een verhoogd risico dat de uitgevoerde dienstverlening niet in overeenstemming is met vigerende wet en regelgeving. Dit risico kan leiden tot negatieve consequenties voor de gemeente inzake de financiële rechtmatigheid. Daarnaast is sprake van een hogere kans op claims van benadeelde partijen ingevolge het niet naleven van de geldende wet- en regelgeving (reputatieschade).

Financieel: Er is sprake van een mogelijke financieel risico, doordat geen of onvoldoende middelen binnen de organisatie beschikbaar zijn om te voldoen aan de nieuwe of gewijzigde wet- en regelgeving. Tevens bestaat de mogelijkheid dat opleiding voor bestaande medewerkers noodzakelijk is om voldoende kennis te vergaren over de veranderde wet- en regelgeving. Onvoldoende middelen en/of opleidingen leggen een financieel beslag op de huidige organisatie.

Beheersmaatregel: veranderen van de gevolgen (beheersen)
Binnen de organisatie is sprake van eigenaarschap voor iedere wet. Dit eigendom dient ervoor zorg te dragen dat de gevolgen voor de organisatie ingevolge nieuwe of gewijzigde wet- en regelgeving tijdig worden geïdentificeerd. Initiëren van vervolgactiviteiten naar aanleiding van de identificatie van de gevolgen zijn tevens onderdeel van het eigenaarschap.

Extra opbrengst toeristenbelasting (uitbreiding hotelcapaciteit) (R306)

Overzicht algemene dekkingsmiddelen (G4, K3, S)
Als gevolg van de onzekerheid over de uitbreiding van de hotelcapaciteit bestaat de kans dat de geraamde meeropbrengst van de toeristenbelasting niet gerealiseerd wordt waardoor er een nadeel ontstaat. De meeropbrengst is onzeker, omdat de omzet van de hotels door de coronacrisis nog zwaar onder druk staat (lagere bezetting én lagere overnachtingsprijzen) en het nog de vraag is of met name de zakelijke reiziger weer in dezelfde mate terug komt na de coronacrisis. Het grootste deel van de hotels in Haarlemmermeer is gericht op de zakelijke markt.

Beheersmaatregel: veranderen van de gevolgen (beheersen)
Monitoren van de ontwikkelingen hotelcapaciteit en omzet bij de volgende P&C documenten.

Financiële impact coronamaatregelen
Diverse programma's (G, K, I/S)

De coronacrisis raakt iedereen: onze inwoners, ondernemers, instellingen en de gemeentelijke organisatie. In de aanpak van deze crisis beogen we twee doelen te bewerkstelligen. Allereerst dat we onze gemeentelijke dienstverlening zo goed als mogelijk continueren. Daarnaast willen we de negatieve effecten van de coronacrisis zo veel als mogelijk beperken door het uitvoeren van diverse maatregelen. De maatregelen worden bepaald door in gesprek te blijven met onze inwoners, ondernemers en instellingen op basis van de vragen die zij stellen en de behoeften die zij uiten.

We zijn gestart met het formuleren van scenario’s en prognoses om meer een idee te verkrijgen van de denkbare lange termijn effecten van de coronacrisis. Wat we al wel met zekerheid kunnen voorzien is dat gemeentelijke inkomsten incidenteel dalen, bijvoorbeeld toeristenbelasting en parkeerbelasting en dat er nog extra uitgaven worden gedaan. Bij de Voorjaarsrapportage 2022 worden de ramingen op basis van de inzichten op dat moment weer geactualiseerd. De raad is regelmatig geïnformeerd met specifieke brieven en dat zal indien nodig ook door blijven gaan in 2022. We beschouwen deze financiële tegenvallers als incidenteel en verwachten op onderdelen nog compensatie vanuit het Rijk.

De definitieve compensatie over 2020 en 2021 vanuit het Rijk zal bepaald worden met behulp van de jaarstukken van de gemeentes. De compensatie voor Haarlemmermeer over het jaar 2020 zal naar verwachting niet eerder dan de meicirculaire 2022 bekend worden. Op basis van het proces van de compensatie over 2020 verwachten wij de compensatie voor de inkomstenderving 2021 in 2023. We mogen vanwege een bindende uitspraak van de commissie BBV hiervoor geen post in de jaarstukken opnemen.

Alle andere effecten met een financiële component zijn op dit moment niet bekend. Bij dit risico is dan ook nog geen kans- en gevolgklasse gedefinieerd, waardoor deze nog niet is meegenomen in de berekening van de ratio weerstandsvermogen.

De tekorten op korte termijn worden zo goed mogelijk geraamd in de voorjaarsrapportage en leiden niet tot een extra risico. De lange termijn effecten zijn nog onvoldoende duidelijk om tot een risico inschatting te kunnen komen.