Nieuwe risico's

Financiële impact coronamaatregelen
Diverse programma's (G, K, I/S)

De coronacrisis raakt onze inwoners, instellingen en bedrijven enorm. Daarbij beogen we twee doelen te bewerkstelligen, allereerst is dat onze dienstverlening zo goed als mogelijk te continueren. Tevens willen we de effecten van de coronacrisis te verzachten voor onze inwoners, instellingen en bedrijven door het uitvoeren van diverse maatregelen uit en alle vragen en geluiden uit onze samenleving zo goed als mogelijk te beantwoorden en met elkaar in gesprek te blijven over de impact.

Hiertoe hebben we twee taskforces ingesteld, de taskforce Bedrijfscontinuïteit en de taskforce Maatschappelijke impact. De eerste genoemde taskforce borgt de continuïteit voor de reguliere dienstverlening. De taskforce Maatschappelijke impact voert regie op de impact van de coronamaatregelen op onze inwoners, instellingen en bedrijven. Om de effecten te verzachten streven we naar een zo adequaat mogelijke uitvoering van de landelijke en lokale maatregelen en naar zoveel mogelijk continuïteit van de reguliere werkzaamheden en van noodzakelijke (digitale) besluitvorming.

De maatschappelijk impact van de acute vraagstukken bevinden zich op de volgende gebieden (hierna: impactgebieden):

  1. Financiële ondersteuning;
  2. Sociale basis, sociale zekerheid en onderwijs;
  3. Veiligheid.

De drie impactgebieden kennen ieder een onderverdeling naar onderhavige processen die vragen om voorstellen aan burgemeester of college (maatregelen) en een adequate overall informatievoorziening naar inwoners, bedrijven en instellingen.

Deze crisis is ontstaan na de balansdatum van 31 december 2019, maar vóór de volledige afronding van het proces van de jaarstukken inclusief accountantsverklaring en bestuurlijke behandeling. Dat de coronacrisis ook effect heeft op onze gemeentelijke begroting, is zeker. Bij de inrichting en uitvoering van diverse maatregelen, borgen we nu primair de rechtmatigheid van inkomsten en uitgaven. We beschikken over robuuste gemeentefinanciën en een forse algemene reserve, een uitkomst van een duurzaam financieel beleid dat nu essentieel blijkt te zijn.

We zijn gestart met het formuleren van scenario’s aan de hand van de scenario’s die het CPB geschetst heeft om inzicht te verkrijgen in de lange termijn effecten van de coronacrisis. Wat we al wel kunnen voorzien is dat gemeentelijke inkomsten dalen, bijvoorbeeld toeristenbelasting en parkeerbelasting. Hierop zal in de voorjaarsrapportage worden geanticipeerd. Alle andere effecten met een financiële component zijn op dit moment nog niet bekend. Bij dit risico is dan ook nog geen kans- en gevolgklasse gedefinieerd, waardoor deze nog niet is meegenomen in de berekening van de ratio weerstandsvermogen. Bij de volgende P&C-producten zal over de financiële effecten worden gerapporteerd.

Zorg en -veiligheidsketen (R264)
Zorg en werk (G3, K4, S)

De Zorg en -Veiligheidsketen is behoorlijk in beweging. We verwachten bijvoorbeeld een stijging van het aantal meldingen bij Veilig Thuis. Maar ook de doorontwikkeling van de crisisdienst-functie en het MDCK/MDA++ brengen zeer waarschijnlijk extra kosten met zich mee. Het landelijk programma 'Geweld Hoort Nergens Thuis' richt zich op preventie en optreden bij huiselijk geweld en kindermishandeling. Elke Veiligheidsregio dient hiervoor een regiovisie op te stellen waarin de relevante speerpunten worden benoemd. De uitvoering van deze speerpunten vraagt om extra inzet door de gemeente en partijen waarvan de gemeente opdrachtgever is. Al met al is ook een sterke afschaling naar het lokale veld voorzien waardoor meer capaciteit nodig zal zijn. Tot slot, met onderbrenging van Veilig Thuis onder de Veiligheidsregio Kennemerland (VRK) wordt de governance structuur van de VRK op het snijvlak van zorg en veiligheid tegen het licht gehouden. We verwachten dat hiervoor (incidenteel) extra capaciteit nodig zal zijn.

Beheersmaatregel: Verminderen
Door middel van forecasting monitoren we de budgetten. In de reguliere P&C-cyclus wordt hierover gerapporteerd.

Daling grondprijzen 10% bij actieve grondexploitaties. (R265)
Grondbeleid (G5, K2, S)

De Commissie BBV beveelt aan om conjuncturele risico's op te nemen in de berekening van de weerstandscapaciteit. Op basis van een gevoeligheidsanalyse op de actieve grondexploitaties is de top 3 van conjunctureel risico's opgenomen. Een van de risico's houdt in dat de grondprijzen in de grondexploitaties met 10% dalen.

Beheersmaatregel: Delen van het risico met (een) andere partij(en)
Er wordt getracht om de grondprijzen in contracten met partijen vast te leggen zodat deze ongevoelig blijven voor het eventueel dalen van de grondprijzen in een economisch mindere periode.

Kostenstijging investeringsramingen grondexploitaties van 1% (R266)
Grondbeleid (G4, K2, I)

De Commissie BBV beveelt aan om conjuncturele risico's op te nemen in de berekening van de weerstandscapaciteit. Op basis van een gevoeligheidsanalyse op de actieve grondexploitaties is de top 3 van conjunctureel risico's opgenomen. Een van de risico's houdt in dat de kosten van de investeringen in de grondexploitaties met 1% stijgen door een oververhitte markt (of door eventuele stikstofmaatregelen).

Beheersmaatregel: Delen van het risico met (een) andere partij(en)
Strategisch omgaan met aanbestedingen zoals het vroegtijdig contracteren van aannemers voor de uitvoering van de investeringswerkzaamheden en bijvoorbeeld over de schaalgrootte van het gebied (opknippen versus samenvoegen).

Geen opbrengstenstijging in de grondexploitaties. (R267)
Grondbeleid (G5, K2, I)

De Commissie BBV beveelt aan om conjuncturele risico's op te nemen in de berekening van de weerstandscapaciteit. Op basis van een gevoeligheidsanalyse op de actieve grondexploitaties is de top 3 van conjunctureel risico's opgenomen. Een van de risico's houdt in dat er geen opbrengstenstijging meer plaatsvindt.

Beheersmaatregel: Delen van het risico met (een) andere partij(en)
Er wordt getracht om de stijging van de grondprijzen (indexeringen) in contracten met partijen vast te leggen zodat deze ongevoelig blijven voor het eventueel niet meer stijgen van de grondprijzen (opbrengsten) in een economisch mindere periode.