Beleidsdoel A: De ruimtelijke omgeving is het resultaat van een zorgvuldige afweging om het welzijn van de inwoners, bedrijven, werkenden, bezoekers en recreanten te vergroten.
Wat hebben we bereikt en wat hebben we daarvoor gedaan?
Door het actief betrekken van inwoners en ondernemers bij ruimtelijke ontwikkelingen en het creëren van draagvlak bij direct belanghebbenden, hebben we ruimtelijke plannen gemaakt die voorzien in een stabiel evenwicht tussen diverse ruimtelijke spanningsvelden. Werken en wonen, wonen en recreëren, winkelen en wonen, uitgaan en wonen, vermaak behoeften van diverse leeftijdscategorieën, daarbij is alles zoveel mogelijk in samenhang gebracht. Wij hebben dit gebiedsgericht aangepakt, waarbij per gebied, samen met de in het gebied betrokkenen, integrale visies en plannen zijn gemaakt. Een goed en gezond leefmilieu is daarbij een voorwaarde.
Activiteiten
01. Samen met Rijk en Metropoolregio Amsterdam werken aan een leefbare en duurzame regio. |
02. Uitvoering geven aan de vastgestelde structuurvisie voor Haarlemmermeer en Hoofddorp. |
03. Versnelling woningbouw/ ontwikkeling van Haarlemmermeer-West. |
04. Ontwikkeling gebied van station tot en met winkelcentrum van Hoofddorp tot stadscentrum. |
05. Transformatie van verouderde kantoren en bedrijventerreinen tot gemengde woongebieden. |
06. Uitvoering geven aan het integraal Ringdijk- en Ringvaartbeleid. |
07. Uitvoering geven aan de ruimtelijk economische visie voor een leefbaar Rijsenhout. |
08. Implementatie van de nieuwe Omgevingswet. |
09. Ontwikkelingsgerichte, duurzame ruimtelijke ordening met flexibele bestemmingsplannen. |
10. Het digitaal beschikbaar stellen van bestemmingsplannen en andere ruimtelijke producten. |
11. Toetsing van ruimtelijke onderbouwingen in het kader van WABO-aanvragen aan beleidsdocumenten. |
12. Verdere ontwikkeling binnen de gemeente gelegen verbindingen van het Nationaal Natuur Netwerk (NNN). |
Toelichting
01. Samen met Rijk en Metropoolregio Amsterdam werken aan een leefbare en duurzame regio
In 2019 hebben we met onze regiopartners vooral gewerkt aan de verbetering van hoogwaardige infrastructuur. Hierna benoemen we twee trajecten; bij het Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport (MIRT) wordt de Multimodale knoop Schiphol (MKS) verkend en in het programma ‘Samen bouwen aan bereikbaarheid’ zijn wij betrokken.
De huidige MKS is gebouwd in de jaren ‘90 en is berekend op 21,3 miljoen luchtreizigers per jaar met als bestemming of vertrekpunt Schiphol. Het treinstation is inmiddels uitgegroeid tot één van de belangrijkste van ons land, waar dagelijks ruim 80.000 in- en uitstappende reizigers gebruik van maken. Met 26 buslijnen en bijna 140 lijnbussen per uur is Schiphol Centrum ook een groot busstation. De MIRT-verkenning had als doel de MKS veiliger te maken en de capaciteit te vergroten. In het Bestuurlijk Overleg (BO) MIRT van november 2019 is een voorkeursbeslissing genomen voor de MKS, bestaande uit een reeks van maatregelen in Schiphol Plaza, op en rond het treinstation en aanpassingen aan het busstation. Deze voorkeursbeslissing biedt nog geen oplossing voor de langere termijn.
Wij hebben samen met Schiphol, Amsterdam, de Vervoerregio Amsterdam (VRA), Nederlandse Spoorwegen (NS) en KLM het initiatief genomen om te komen tot een oplossing voor de kwetsbare bereikbaarheid – regionaal, nationaal en internationaal – van station Schiphol. Dit initiatief heeft als werknaam MASH (Mobiliteitssysteem Amsterdam-Schiphol-Hoofddorp). Deze zes partijen zien in hun voorstel waarbij doortrekking van de Noord/Zuidlijn tot Hoofddorp in combinatie met het sluiten van de kleine ring in Amsterdam wordt uitgewerkt een oplossing voor wat ze de ‘problematische multimodale knoop Schiphol’ noemen. In het BO Regionaal OV-toekomstbeeld is afgesproken dat de verlengde NZ-lijn tot Hoofddorp onderdeel is van dit Regionaal OV-toekomstbeeld en daarin eerste prioriteit heeft.
Gezien de urgentie en noodzaak voor een gezamenlijke aanpak tussen Rijk en regio is het nodig om verschillende trajecten met elkaar te koppelen. Dit is op 16 oktober 2019 aan de programmaraad van Samen Bouwen aan Bereikbaarheid voorgelegd. De programmaraad heeft besloten om zo snel mogelijk te starten met het opstellen van een netwerkstrategie voor de gehele regio binnen het programma Samen Bouwen aan Bereikbaarheid en de trajecten van Samen Bouwen aan Bereikbaarheid (waaronder programmalijn ZWASH) en MASH zo snel als mogelijk bij elkaar te brengen.
02. Uitvoering geven aan de vastgestelde structuurvisie voor Haarlemmermeer en Hoofddorp
De Structuurvisie Haarlemmermeer 2030 vormt het kader voor de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente en is als zodanig in- en extern uitgedragen. De Structuurvisie is ingebracht in beleidsbepalende externe kaders, bijvoorbeeld MRA, G32, Stadsregio en in Rijkstrajecten zoals het MIRT. Beide structuurvisies vormen de basis voor diverse gebiedsontwikkelingen die met betrokken omwonenden, ondernemers, organisaties, grondeigenaren dit jaar in de planfase zitten. Zoals Stadscentrum Hoofddorp en de versnellingslocaties woningbouw (zie hierna). Daarnaast zijn de structuurvisies zijn een goede basis geweest voor het opstellen van de Omgevingsvisie Haarlemmermeer.
03. Versnelling woningbouw/ ontwikkeling van Haarlemmermeer-West
De druk op de woningmarkt in onze regio blijft onverminderd hoog en vanuit deze opgave is Haarlemmermeer in 2017 gestart met de versnelling van de woningbouw voor de gebiedsontwikkeling van Lisserbroek Noord, Nieuw-Vennep West en Cruquius-Zwaanshoek en Hoofddorp-Noord (2017.0037218). De gebiedsontwikkelingen bevinden zich in verschillende fases.
Voor de gebiedsontwikkeling van Lisserbroek Noord en Lisserbroek Turfspoor wordt op basis van het Ambitiedocument en de in september 2018 vastgestelde Gebiedskaart Lisserbroek 2040 nader uitgewerkt. Dit jaar is daarvoor onder andere verkeersonderzoek gedaan naar de ontsluiting van het gebied.
Voor de woningbouwontwikkeling in Nieuw-Vennep West is ter uitvoering van de afspraken met grondeigenaren in de intentieovereenkomst Nieuw-Vennep West van juni 2018 door de gemeente een concept Programma van Eisen opgesteld, dat we aan de ontwikkelaars in dit gebied hebben voorgelegd om de haalbaarheid te toetsen en om stedenbouwkundige plannen te maken voor het gebied.
Voor de gebiedsontwikkeling Cruquius is dit jaar aan een publiek programma van eisen gewerkt waarmee de initiatiefnemers uitgenodigd worden om een stedenbouwkundig plan op hoofdlijnen op te stellen.
04. Ontwikkeling gebied van station tot en met winkelcentrum van Hoofddorp tot stadscentrum
In de deelstructuurvisie Hoofddorp uit 2013 (2013.0028472) wordt Hoofddorp geschetst als een goed bereikbare, duurzame en levendige stad. Er zijn veel projecten en initiatieven die nu gelijktijdig maar in verschillende faseringen samenkomen. Voor Hoofddorp betekent dit een enorme verandering voor het gebied tussen het NS-station, de Geniedijk, de Hoofdvaart en het gebied langs de Kruisweg.
Met het programma Stadscentrum Hoofddorp zijn wij eind 2018 een gecoördineerde, programmatische aanpak van de gebiedsontwikkeling in het centrum van Hoofddorp gestart. Dit zijn de onderdelen van het programma, waar we in 2019 aan gewerkt hebben:
- Ruimtelijke maatregelen, waaronder de parkeeropgave en infrastructuur;
- Raadhuisplein en omgeving, waaronder Raadhuisplein, Raadhuis, Voorzetgebouw, Aprisco (Treehouse) en Post NL;
- Stadspark, waaronder het tenniscomplex;
- Beukenhorst-West: Hyde Park, Gerritshoeve en KomEtenPlein;
- Binnenweg en omgeving, waaronder Binnenweg 3 en de Binnenweggarage;
- Winkelcentrum, waaronder V&D/De Deining en de Concourslaan;
- Participatie en communicatie: een integrale participatie- en communicatiestrategie.
In 2019 zijn de eerste resultaten van deze ontwikkelingen ook al zichtbaar geworden, zoals de sloop en bouwvergunningen voor delen van Hyde Park, de vergunning voor de horeca van de Gerritshoeve, en de realisatie van het KomEtenPlein.
05. Transformatie van verouderde kantoren en bedrijventerreinen tot gemengde woongebieden
In de Structuurvisie Haarlemmermeer 2030 is aangegeven dat er voor een aantal werkgebieden binnen de gemeente goede kansen zijn voor transformatie van bedrijventerrein naar woningen (Hoofddorp-Noord, Cruquius Bennebroekerdijk en Nieuw-Vennep- Pionier) en van kantorenterrein naar woongebied (Beukenhorst-Noord en -West). Daarnaast zijn er inmiddels diverse particuliere initiatieven tot transformatie, onder andere de kantoren langs de Hoofdvaart. Alhoewel de bedrijven- en kantorenleegstand in 2019 is afgenomen blijft het een belangrijk aandachtspunt in het kader van verbetering van de leefomgeving.
Op 19 september 2019 heeft u het Ontwikkelperspectief voor Hoofddorp-Noord vastgesteld dat bestaat uit het stedenbouwkundig kader en toekomstperspectief voor de binnenstedelijke transformatie van het gebied. Met daarin de kernwaarden voor het gebied, het stedenbouwkundig concept en de openbare ruimte, het woonprogramma, maatregelen klimaatadaptatie en energie en de spelregels voor ontwikkelaars. Het gebied noemen we 'Nieuw Noord.
Voor het Pionier/Bolsterrein in Nieuw-Vennep is dit jaar gewerkt aan stedenbouwkundig ontwikkelkader voor het gebied om te komen tot een gemengd woningbouwgebied. Cruquius Bennebroekerdijk is in 2019 meegenomen in de opgestarte gebiedsontwikkeling voor Cruquius-Zwaanshoek.
06. Uitvoering geven aan het integraal Ringdijk- en Ringvaartbeleid
Ook dit jaar hebben we ontwikkeld met waardering voor ons erfgoed. In 2018 is in het kader van de visie Ringdijk en Ringvaart (2017.0011195) ermee begonnen, de cultuurhistorische waarden van de gemeente te inventariseren. In 2019 zijn we met een dergelijke inventarisatie langs de polderlinten (boerderijen en erven) begonnen. Het doel van de inventarisaties is om tot betere ruimtelijke afwegingen te kunnen komen die gebaseerd zijn op kennis van de omgeving en historie. Door een ontwikkelingsgericht ruimtelijk kader kunnen we de samenhang in de ruimtelijke advisering bij initiatieven langs de Ringvaart en polderlinten verbeteren. Dit schept cohesie, duidelijkheid richting de initiatiefnemer en voorkomt frustratie en precedentwerking. De cultuurhistorische en landschappelijke kwaliteiten kunnen zo een grote bijdrage leveren om de acceptatie van nieuwe ontwikkelingen te verhogen. Als de realisering van nieuwe projecten het karakter van de polder benadrukt in plaats van verstoort, heeft dit positieve toeristische, economische en maatschappelijke effecten.
07. Uitvoering geven aan de ruimtelijk economische visie voor een leefbaar Rijsenhout
De Ruimtelijke Economische Visie Rijsenhout is in september 2018 door de gemeenteraad vastgesteld (2018.0012822). Daarna zijn we begonnen om particuliere initiatieven te toetsen aan de visie en de uitvoering ervan zo nodig ruimtelijk juridisch mogelijk maken. We hebben dit jaar met de provincie afspraken gemaakt over het bebouwd gebied. Tevens hebben we door middel van een brief aan het ministerie gevraagd om in totaal 400 woningen mogelijk te maken in het beperkingengebied van Schiphol (LIB) om de leefbaarheid van Rijsenhout te kunnen verbeteren. Eind december 2019 heeft Raad van State uitspraak gedaan over drie potentiële woningbouwlocaties.
08. Implementatie van de nieuwe Omgevingswet
De Omgevingswet brengt een grote stelselwijziging in het omgevingsrecht en een nieuwe manier van werken in de ontwikkeling en het beheer van de fysieke leefomgeving. De reikwijdte van de wet strekt zich uit van strategische visie, gebiedsontwikkeling en beheer tot vergunningverlening, handhaving en toezicht en de bijbehorende (digitale) informatievoorziening en dienstverlening. De impact van de wet is daarmee groot.
Er zijn vier belangrijke producten te onderscheiden: de Omgevingsvisie, het Omgevingsplan, de Omgevingsvergunning en het Omgevingsloket.
In 2019 konden inwoners, ondernemers, maatschappelijke instellingen en dorps- en wijkraden aan de hand van het ‘Rad van de leefomgeving’ meepraten over de opgaven en thema’s voor de omgevingsvisie.
Per 1 januari 2021 geldt een Omgevingsplan van rechtswege (de bestaande bestemmingsplannen zullen tezamen het nieuwe Omgevingsplan vormen). Ter voorbereiding daarop worden de huidige bestemmingsplannen gestandaardiseerd en gedigitaliseerd. De verordeningen zijn in 2019 samengevoegd in de Verordening fysiek domein (2019.0031932).
Als de wet van kracht wordt, geldt een standaard vergunningsverleningsprocedure van acht weken en moet er afgestemd worden met andere overheden. Er vinden pilots plaats en onderzoeken naar het efficiënter inrichten van het proces.
Bij de start van de wet is de informatie over de fysieke leefomgeving digitaal toegankelijk voor iedereen via het landelijke Omgevingsloket. Dit vraagt om standaardisatie van gegevens en het maken van diverse koppelingen. In 2019 zijn hiervoor voorbereidingen getroffen. De doorontwikkeling van het landelijke Digitaal Stelsel Omgevingswet loopt tot 2024.
09. Ontwikkelingsgerichte, duurzame ruimtelijke ordening met flexibele bestemmingsplannen
Tot de tijd dat de nieuwe Omgevingswet geïmplementeerd is (2021) stellen we, als onderdeel van de uitvoering van de Structuurvisie 2030 voor gebiedsontwikkelingen, nieuwe bestemmingsplannen op die voldoende flexibiliteit hebben om de gewenste inrichting te faciliteren en voldoende ruimte bieden voor veranderende inzichten in de loop van het proces. Hierbij maken we waar mogelijk en nodig gebruik van de Crisis- en Herstelwet en het Rijksprogramma Eenvoudig beter.
In 2019 hebben we vier gewone bestemmingsplannen, drie wijzigingsplannen en één uitwerkingsplan vastgesteld.
Daarnaast hebben we vijf voorbereidingsbesluiten genomen om ongewenste ontwikkelingen tegen te houden totdat wij hiervoor (aangepast) beleid hebben vastgesteld, onder andere voor het gebied Pionier in Nieuw-Vennep en voor datacentra en biomassacentrales.
10. Het digitaal beschikbaar stellen van bestemmingsplannen en andere ruimtelijke producten
Tot dat het digitale Omgevingsloket beschikbaar is zullen we alle gemeentelijke ruimtelijke plannen, zoals bestemmingsplannen, structuurvisies en algemene regels via de website www.ruimtelijkeplannen.nl voor iedereen beschikbaar blijven stellen.
11. Toetsing van ruimtelijke onderbouwingen in het kader van WABO-aanvragen aan beleidsdocumenten
Het gaat in Nederland en ook in Haarlemmermeer goed met de economie en dat zien we terug in de stijging van het aantal initiatieven en Wabo-vooroverleggen. In 2019 hebben we voor initiatieven die niet passen binnen de bestaande bestemmingsplannen 412 integrale adviezen uitgebracht. Ter vergelijking, in 2018 waren dat 336 adviezen en in 2014 waren dat er 181. Wij toetsen de initiatieven op ruimtelijke kwaliteit en haalbaarheid.