Veiligheidsregio Kennemerland (VRK)

Tabel 115

Algemene informatie

Per 1 januari 2008 maakt de gemeente Haarlemmermeer deel uit van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Kennemerland (VRK). De VRK bestaat uit de GGD Kennemerland (inclusief bureau GHOR) en de Regionale Brandweer Kennemerland.

Programma

Veiligheid

Beleidsdoelen

B. Het verzekeren van de doelmatige en slagvaardige hulpverlening op het gebied van brandweerzorg, crisisbeheersing en geneeskundige hulpverlening.

Programma

Zorg en werk

Beleidsdoelen

A. Inwoners ontvangen zorg en ondersteuning thuis.

Programma

Maatschappelijke ontwikkeling

Beleidsdoelen

A. Inwoners ervaren zo min mogelijk sociale- en gezondheidsproblemen en ontwikkelen een verantwoorde leefstijl.

Rechtsvorm

Gemeenschappelijke regeling

Eigenaarsrol

Portefeuillehouder Openbare orde, Veiligheid en Handhaving, Portefeuillehouder Jeugdzorg

Opdrachtgeversrol

Portefeuillehouder Openbare orde, Veiligheid en Handhaving Portefeuillehouder Jeugdzorg

Bestuurlijk belang

Lid van het dagelijks bestuur en lid van het algemeen bestuur. Haarlemmermeer heeft acht van de 32 stemmen in het algemeen bestuur.

Aandelenbelang

De gemeenschappelijke regeling heeft geen aandelen.

Financieel belang

In 2022 is de bijdrage van de gemeente Haarlemmermeer € 19.057.000. Dit is 29,8% van de totale gemeentelijke bijdragen van € 63.902.000.

Financiële gegevens

Balansdatum

31-12-2019

31-12-2020

Eigen vermogen

€ 4.054.000

€ 8.900.000

Vreemd vermogen

€ 42.445.000

€ 56.312.000

Solvabiliteit ultimo 2020

13,6%

Begroot resultaat 2021

€ 31.000

Financiële gegevens

De VRK sluit 2020 ten opzichte van de begroting af met een positief exploitatieresultaat van

€ 4,8 miljoen. In de begroting 2020 was al een positief jaarresultaat voorzien van € 475.000. In de loop van het jaar bleek dat de berekende indexering in de programmabegroting te hoog was berekend, waardoor gemeenten meer moesten bijdragen dan bedoeld. Bij de vaststelling van de 2e bestuursrapportage 2020 is besloten de teveel berekende indexering van € 460.000 aan de gemeenten terug te betalen. Het financiële resultaat over 2020 ten opzichte van de vastgestelde programmabegroting bedraagt daarmee € 4,3 miljoen. Dat is een afwijking van 3,52% ten opzichte van de oorspronkelijke raming. Dit komt door verschillende voor- en nadelen, veelal incidenteel, waarvan de grootste meevaller bestaat uit een vergoeding inzet entryscreening Schiphol van € 873.000. Ook is er sprake van vactureruimte VRK breed, hogere personeelskosten als gevolg van ziekte en verlof, minder opleiding en training als gevolg van de coronacrisis, het vervallen van grote evenementen, vertraging van projecten informatiemanagement en zijn er diverse overige oorzaken.

Eventuele risico's

Risico’s binnen de VRK zijn geïdentificeerd, gekwalificeerd en waar mogelijk zijn beheersmaatregelen gekoppeld aan de risico’s. Het risicoprofiel is nader geanalyseerd en daar waar mogelijk zijn de risico’s voorzien van een financiële impact en een inschatting van de kans dat het risico zich ook daadwerkelijk zal voordoen. De gekwantificeerde risico’s tellen op tot een bedrag van € 5,0 miljoen. Op het gebied van personeel en organisatie zijn meerdere risico's geïdentificeerd die betrekking hebben op optreden personele knelpunten, vergrijzing en krapte op de arbeidsmarkt, rechtspositie brandweervrijwilligers, gevolgen FLO-overgangsrecht, vrijwilligers die zich minder lang binden, et cetera. Overige risico’s met gekwantificeerde grote financiële impact zijn mogelijke aansprakelijkheidsstellingen, boetes AGV in verband met het niet voldoen aan regels privacy, het stopzetten van grote subsidies, met name Brede Centrale Toegang (BCT), groei en intensiteit meldingen Veilig thuis, verhoogde instroom vanuit de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten) en restschade coronacrisis, waarbij contracten wellicht langer doorlopen dan de mensen/middelen nodig zijn en waarbij het niet duidelijk is of het Rijk deze kosten ook vergoed. Conform het vastgesteld beleid is een weerstandratio berekend van 0,7. Dit percentage doet recht aan de opvatting dat gemeenten, als verantwoordelijke voor de verbonden partij, ook een aandeel hebben te nemen als risicodrager.