Rapportage op standlijn 01-01-2020

In Tabel 131 staan de Netto Contante Waardes (NCW) van de grondexploitatieprojecten per 01 januari 2020. De waardes zijn opgebouwd uit projectresultaten en autonome effecten (niet stuurbare markteffecten zoals bijvoorbeeld rente en inflatie). Ter vergelijking is ook de stand per 1 juli 2019 opgenomen. Verschillen ontstaan door een veranderde inschatting van het verloop van een project, maar ook door het toevoegen of afsluiten van projecten.

Het BBV schrijft sinds de jaarrekening 2017 met betrekking tot de winstneming voor dat het realisatiebeginsel (Percentage of Completion (POC) gehanteerd wordt. Project specifieke risico’s worden op de winstnemingen gecorrigeerd.

Tabel 131 

Bedragen x € 1 miljoen

tMPG 01-07-2019

Project resultaten

Stand
per
31-12-2019

NCW
Autonome wijzigingen

MPG 01-01-2020

Winst/RIH uitname 2019

Resultaat na uitname

Winstgevende projecten

44,0

0,8

44,8

-1,3

43,5

0,6

42,9

Verliesgevende projecten

-35,5

1,0

-34,4

-1,8

-36,2

0,0

-36,2

Totaal NCW-resultaat actieve grex projecten

-8,5

1,8

10,4

-3,1

7,3

0,6

6,7

De cijfers zijn exclusief Badhoevedorp Centrum en PARK21, omdat de opbrengsten daarvan aangewend worden respectievelijk ter dekking van de bijdrage aan de omlegging van de A9 en ter storting in de reserve RIH.

Het actuele geraamde resultaat van de winstgevende projecten is € 43,5 miljoen. Na winstuitname bedraagt dit € 42,9 miljoen. Het resultaat van de verliesgevende projecten van - € 36,2 miljoen is al voorzien in de voorziening negatieve resultaten plannen. In de voorziening ad € 36,8 miljoen zijn uit voorzichtigheidsoogpunt ook de zogenaamde 85%-risico’s meegeteld: risico’s waarbij de kans dat ze zich voordoen op 85% wordt ingeschat.

Nominale waarde

De BBV-regels schrijven voor dat naast de NCW, ook de nominale standen van de projecten worden weergegeven. De nominale standen zijn weergegeven in Tabel 132. Voor een toelichting op de verschillen tussen de nominale waarde en de NCW wordt verwezen naar het MPG.

Tabel 132 

Bedragen x € 1 miljoen

tMPG
01-07-2019

Project resultaten

Stand
per
31-12-2019

Autonome effecten

MPG
01-01-2020

Winst/RIH uitname 2019

Resultaat na uitname

Winstgevende projecten

45,2

0,6

45,8

-0,8

45,0

0,6

44,4

Verliesgevende projecten

-36,9

0,7

-36,2

-1,0

-37,2

0,0

-37,2

Totaalresultaat actieve grex projecten

8,3

1,3

9,6

-1,8

7,8

0,6

7,2

De cijfers zijn exclusief Badhoevedorp Centrum en PARK21, omdat de opbrengsten daarvan aangewend worden respectievelijk ter dekking van de bijdrage aan de omlegging van de A9 en ter storting in de reserve RIH.

Voorzieningen

Tabel 133 

Bedragen x € 1.000

Jaarrekening 2018

Jaarrekening 2019

Mutaties

Nieuw-Vennep Nieuwe Kom

19.894

20.700

806

Hoofddorp Centrum

14.473

0

-14.473

Boseilanden

6.313

6.506

194

Rijsenhout Dorpscentrum

3.790

4.106

316

Lincolnpark fase 1

3.006

1.971

-1.035

De Liede

1.027

1.439

412

Hart van Zwanenburg

888

917

29

Cruquius Zuid

-9

0

9

Diverse Complexen

131

0

-131

Nieuw - Vennep Noordrand

89

0

-89

Raadhuisplein en omgeving

0

1.171

1.171

Totaal

49.601

36.810

-12.791

Naast de “Voorziening negatieve resultaten plannen” voor de actieve grondexploitaties is er ook een voorziening ingesteld voor voorbereidende grondexploitaties en voor projecten met een ontwikkelaar op basis van een anterieure- of samenwerkingsovereenkomst.

Voor voorbereidende grondexploitatieprojecten en voor projecten met een ontwikkelaar op basis van een anterieure- of samenwerkingsovereenkomst gaan we ervan uit dat de kosten worden terugverdiend. Pas bij het afsluiten van een voorbereidende grondexploitatie of bij het afsluiten van een overeenkomst brengen we een eventueel verlies ten laste van de Reserve Grondzaken. Aangezien we bij grondzaken het principe hanteren “verlies neem je op het moment dat je het verlies voorziet” worden de risico’s van de desbetreffende projecten in een verliesvoorziening voorzien. Op basis van de risicoanalyse is de hoogte van de benodigde voorziening bepaald. Voor een toelichting op de rubricering wordt verwezen naar het MPG.

Tabel 134 

Bedragen x € 1.000

Jaarrekening 2018

Jaarrekening 2019

Mutaties

Voorbereidende grondexploitaties

1.530

407

-1.123

Projecten met ontwikkelaar

840

1.374

534

Totaal

2.370

1.781

-589

Sinds 2005 maken wij gebruik van uitgebreide scenario- en risicoanalyses. Dit leidt ertoe dat de grondexploitaties een voorzichtig realistisch beeld geven. Sinds de kredietcrisis 2007 zijn de grondexploitaties meerdere malen herzien waarbij winstverwachtingen zijn bijgesteld en strategie, programma's en uitgiftetempo beter zijn afgestemd op de economische omstandigheden. Ook de grondprijzen zijn realistisch geschat. Dit alles vanuit de verwachting dat in de toekomst ruimtelijke druk blijft op dit deel van de metropoolregio.

Ontwikkeling reserve grondzaken

De gemeente Haarlemmermeer maakt gebruik van uitgebreide scenario- en risicoanalyses. Dit leidt ertoe dat de grondexploitaties een voorzichtig realistisch beeld geven. Conform de BBV-notitie van juli 2019 is er een splitsing tussen project specifieke risico’s en conjuncturele risico’s. Dit houdt in dat (mogelijke) conjuncturele risico’s uit de risicoanalyses van de projecten zijn gehaald en naast de project specifieke risico’s apart worden opgenomen in de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit.

Sinds de kredietcrisis 2007 zijn de grondexploitaties meerdere malen herzien waarbij winstverwachtingen zijn bijgesteld en strategie, programma's en uitgiftetempo beter zijn afgestemd op de economische omstandigheden. Ook de grondprijzen zijn realistisch geschat. Dit alles vanuit de verwachting dat in de toekomst ruimtelijke druk blijft op dit deel van de metropoolregio.

Het beeld van de algemene Reserve Grondzaken ziet er als volgt uit (MPG 01-01-2020):

Tabel 135 

Bedragen x € 1 miljoen

Werkelijk 2018

Werkelijk 2019

Stand per 1 januari Reserve grondzaken

5,0

5,0

1. Verevening grondzaken

21,8

1,8

2. Overige besluiten

-3,2

-2,5

3. Vennootschapsbelasting

-0,5

-0,4

Reserve grondzaken 31-12

23,1

3,9

Verevening algemene dekkingsreserve

18,1

0

Reserve grondzaken 31-12 na verevening

5,0

3,9

De belangrijkste beïnvloedende factoren op de Reserve Grondzaken zijn de verkopen die tot winstuitname leiden.

Mutaties strategische gronden en ruilgronden (agrarisch)

De gemeente verwerft strategische gronden in het kader van een actief ontwikkelbeleid. Daarmee zet zij haar privaatrechtelijke positie in om gebiedsontwikkeling te sturen. De huidige economische situatie leidt ertoe dat met nog meer aandacht vooraf beoordeeld wordt of de gewenste, toekomstige ontwikkeling een reëel financieel perspectief biedt. De verliesvoorziening gronden bedraagt over 2019 €18,0 miljoen.

Het overzicht per categorie is:

Tabel 136 

Boekwaarde 31-12-2018
(x € 1.000)

Boekwaarde 31-12-2019
(x € 1.000)

m2

Gemiddelde boekwaarde
per m2 excl. voorz.

Koud / Schiphol

30.063

30.166

2.708.118

11,14

Lauw

5.772

7.935

559.043

14,19

Warm

48.168

39.063

1.747.507

22,35

Opstal

0

0

0

0

Ruil

7.767

7.593

1.095.266

7,0

Totaal

91.770

84.757

6.109.934

  • ‘koud/Schiphol' (exploitatieperspectief na 20 jaar, maximale waardering van € 20 m2)
  • ‘lauw’ (exploitatieperspectief tussen 10 en 20 jaar, maximale waardering van € 30 m2)
  • ‘warm’ (exploitatieperspectief binnen 10 jaar, maximale waardering van € 60 m2)
  • ‘opstallen’ (maximale waardering taxtatie huidig gebruik)
  • ‘ruil’ (maximale waardering van € 8 m2)

De bovenstaande categorisering heeft geen effect meer op de balanswaarde. Volgens een stellige uitspraak van de commissie BBV zijn we sinds 2016 verplicht de gronden tegen de waarde in de huidige bestemming op de balans te activeren.

Voor het direct afwaarderen (het definitief nemen van duurzame waardevermindering) van de strategische grondvoorraad danwel het treffen van een verliesvoorziening zijn geen bindende voorschriften. In 2017 is daartoe een 'Voorziening voor overige gronden en terreinen' geopend.

De Voorziening voor overige gronden en terreinen bedraagt over 2019 € 18,0 miljoen. De stijging van deze voorziening komt door de verplichte tweejaarlijkse taxatie van de strategische gronden. Hieruit zijn een aantal afwaarderingen voortgekomen (€ 0,4 miljoen), welke ten laste komen van de Voorziening voor overige gronden en terreinen.