Inleiding

Voor u liggen de Jaarstukken 2020. Hierin legt het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer verantwoording af over de uitvoering van het beleid dat in de Programmabegroting 2020-2023 is afgesproken. Het coalitieakkoord ‘Samen bouwen aan een krachtig Haarlemmermeer’ vormde hiervoor de basis. Haarlemmermeer mooier, sterker en krachtiger maken. Dat was en is ons doel.

In 2020 is ook Haarlemmermeer getroffen door het coronavirus. Deze crisis heeft de inwoners, ondernemers en maatschappelijke instellingen in Haarlemmermeer hard geraakt. Mensen die overleden zijn. Mensen die dierbaren verloren. Maar ook het verlies van banen en van toekomstperspectief.

De coronacrisis heeft een grote invloed op iedereen in Haarlemmermeer: onderwijs, sportverenigingen, maatschappelijke verenigingen, ondernemers, verzorgingshuizen en inwoners.

De regio Haarlemmermeer kende in 2020 een economische krimp van 18 procent en is daarmee het hardst getroffen van alle Nederlandse regio's. Oorzaak is onder andere het bijna volledig stilvallen van Schiphol en de daaraan gerelateerde dienstverlening. De gemeente doet alles om ondernemers en maatschappelijke instelingen te helpen en om de inwoners zo goed mogelijk door deze crisis te leiden.

Voor de gemeente als organisatie hebben de maatregelen ook grote effecten gehad, financieel en in de uitvoering. We hebben minder inkomsten vanuit toeristenbelasting en lagere parkeeropbrengsten. Veel medewerkers hebben andere taken moeten verrichten. Denk hierbij aan inzet in de crisisorganisatie, uitvoering van nieuwe maatregelen zoals de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo), het meedenken met ondernemers en instanties om de negatieve effecten te beperken.

De financiële gevolgen van de coronacrisis voor 2020 worden in een aparte paragraaf in de jaarstukken inzichtelijk gemaakt. Op de structurele gevolgen van de coronacrisis wordt ingegaan in de Voorjaarsrapportage 2021.

Het jaar 2020 kende een sluitende begroting en wordt afgesloten met een nadelig resultaat van € 3,100 miljoen. Daarbij zijn de lokale lasten, behoudens de inflatiecorrectie, niet gestegen.